gaat vervangen door militaire detentie. Het lage maximum zal echter
den rechter de handen binden en zal hij dan ook in zeer bijzon
dere en lichte gevallen overgaan tot het opleggen dier straf.
Gelijk de Lezer ziet, is de cassatie verdwenenmen vond geen
aanleiding er in om den officier, voor wien de cassatie bestaat, anders
te behandelen dan de mindere. Wie niet langer waardig is om het
Leger te volgen, moet dan maar oneervol ontslag als bijkomende straf
krijgen, doch niet als hoofdstraf. De rechter kan ten allen tijde het
oneervol ontslag al of niet vergezeld van de ontzetting van de be
voegdheid, om bij de gewapende macht te dienen, op leggen aan
wien dan ook; de bijkomende straf heeft dus de cassatie en de ver
vallen verklaring van den militairen stand geabsorbeerd.
Het (oneervol) ontslag uit den dienst kan opgelegd worden als
bijkomende straf bij de doodstraf en de gevangenisstraf, wanneer de
rechter den beklaagde ongeschikt voor den militairen stand acht
op grond van het begane misdrijf.
De straf van degradatie is gehandhaafd als bijkomende straf, zij
het dan ook in den tijd van de taalzuivering levende, er thans van
verlaging gesproken wordt.
Gaf de oude wetgeving aan. wanneer de rechter de degradatie op
kon leggen, (artikel 13 van het S. 1890 No, 58) en wel bij alle veroor
deelingen tot de straf van militaire gevangenis, van militaire detentie,
van gevangenis en van hechtenis van meer dan drie maanden, als
de militaire rechter maar van oordeel was, dat de veroordeelde
ter zake van het gepleegde feit ongeschikt was om den graad
(lees rang) van onderofficier te bekleeden, de van der Hoevensche
Wetgeving bepaalt, dat zij uitgesproken worden kan bij elke ver
oordeeling van een onderofficier, dien de rechter op grond van het
begane feit onwaardig of ongeschikt acht in den door hem bekleeden
rang te blijven dienen dan wel, als er klassen bestaan, die een
minder militair kan bekleeden, om in de klas, waarin bij is aange
steld, te blijven dienen.
Een onderofficier wordt teruggesteld tot den rang van matroos
of soldaat, zijn er klassen van soldaten of matrozen, dan wordt
tevens aangegeven, in welke klas de onderofficier teruggesteld wordt.
Een minder militair van een hoogere klasse wordt bij verlaging te
rug gesteld tot een lagere klas te bepalen bij het vonnis.
Bij de zeemacht mag die verlaging niet verder gaan dan tot in
de laagste klasse, waaruit de veroordeelde heeft kunnen opklimmen
tot een rang, dien bij bekleedde of tot de klas, waartoe hij behoorde,
tijdens zijn veroordeeling. Echter kan niemand verlaagd worden
565