volledig geblindeerd. Wintgens heeft in zijn gebied met behulp
van Koning Mussinga van Roeanda een korps Ruga-Ruga gevormd.
Ruga-Ruga's zijn hulptroepen en wel aanvankelijk ongeorganiseerd,
welke een gering loon ontvangen. Deze ongeregelde troepen heeft
Wintgens onder leiding van gewonde, voor den velddienst onge
schikte officieren en onderofficieren weten om te fooveren tot een
voor dien stam redelijke gevechtswaarde.
De oorspronkelijke Schutztruppe beschikte niet ever artillerie
eenheden, noch over hulpdiensten. Bij het uitbreken van den oorlog
waren in de Kolonie aanwezig:
3 kanonnen van 6 c.M. zg. „Kolonial kanonen".
8 van 8 c.M. licht veldkanon C. 73,
15 3.7 c.M., revolverkanonnen.
Hieraan werden toegevoegd:
a. van de „Konigsberg" 10 kanonnen van 10. 5 c.M. scheepsgeschut,
2 8,8 c M. scheepsgeschut,
1 6 c.M. landingsgschut,
b. van de „Rubens" 2 6 c.M. landingsgeschut,
c. van de „Marie" 4 10,5 c.M. houwitser
(twee batterijen),
2 7,5 c.M. berggeschut L/14,
d. buitgemaakt 1 4,7 c.M. snelvuur van de
„Adjudant",
6 7 c.M. bergsgeschut
(Portugeesch).
4 bij Nevala in November 1916 en
2 bij Namakurra 1 Juli 1918)
2 stukken van 7 c.M. (Belgisch, door
Wintgens)
1 7,5 c.M. berggeschut (Eng.)
midden October 1917 bij Mahiwa.
Meerdere kanonnen van 3,7 c M.
Van de zes in Dar-es-Salam voor de Boma (benteng) zich bevin
dende saluutkanonnen C 73 werden er in Augustus 1914 twee
naar Muanze, twee naar het Noordfront, twee in een verdedigings
stelling aan de Ruwu gezonden, nadat zij onmiddellijk na het
uitbreken van den oorlog naar Pugu waren vervoerd. De beide
andere stukken C. 73 bevonden zich in het artilleriedepot te Dar
es Salam en zijn bij den overvoer over de rivier aldaar op een
valsch alarm in het water gevallen. Bij het nazoeken zijn slechts
de affuiten teruggevonden; welke werden omgewerkt tot voorwagens.
582