1. De Muanze batterij had weinig gelegenheid tot actie. Een der stukken ging bij Bukoba verloren tijdens den grooten aanval, omdat het niet vervoerd kon worden in het bergland. 2. De Ruwu-batterij werd den 30sten November 1914 naar Dar- es-Salam teruggehaald, toen de Engelschen de haven binnen storm den. Zij kwamen echter te laat. Aan deze twee werd in December 1914 nog een derde stuk C. 73 toegevoegd uit Tabora. Deze drie stukken vormden met een 6 c.M. „Kolonialgeschütz", een revolverkanon en een 6.5 c.M. kanon de „Leichte Artillerie Dar-es-Salam" onder Vize-Wachtmeister Sabath. De stukken werden op affuiten geplaatst en bespannen met muildieren. De bediening bestond uit Europeanen, behalve de hulprichters en de munitie-aanvullers, die Askari's waren. De geschutlading bestond uit rookgevend kruit. Twee dezer stukken werden aan generaal Wahli gezonden voor zijn expeditie tegen Farm Jericho (Saisi) en een er van vormde later met het later aangekomen 8.8 c.M.-kanon en een 3.7 c.M.- kanon de artillerie-afdeeling Oervendi van de colonne-SCHULZ (eind 1915) in het Russisi-dal. Dit eene stuk heeft o.a. deelgenomen aan het gevecht van Luwungi (27 September 1915 Een stuk C. 73 was in Kigoma gebleven na de expeditie tegen Saisi en werd in Januari 1916 naar Roeanda in de Kissenji-stelling gebracht. Bij den terugtocht der Duitschers werd dit stuk vernietigd van wege transport-moeilijkheden en munitiegebrek Het Luwungi-stuk werd naar Oesoembara (Tanganjika Meer) vervoerd om „raids" van Belgische schepen af te weren en onder ging hetzelfde lot als het Roeanda-stuk. 3. De aan het noordfront ingedeelde stukken vochten mee in Tanga en bij Jassini. In Juni 1916 werden zij naar Dar-es-Salam aangetrokken om een verwachten aanslag der Engelschen of te weren. Er is dus met dit geschut heel wat heen en weer gesold! De 40 medici, welke voor de Schutztruppe bestemd waren, had den tot werkkring de bestrijding van de slaapziekte en van tropische ziekten, een ander deel was in civielen regeeringsdienst; een mili tair-geneeskundigen dienst kende men niet, evenmin een intendan- cedienst: de compagnie verpleegde zich zelf. Deze laatste aangelegen heid moest tijdens den oorlog beter georganiseerd wordendaaraan hoop ik meerdere aandacht te wijden ln een afzonderlijk artikel. Te vergelijken met sergeant-majoor-instructeur. 583

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 29