Op deze Engelsche vloot bevond zich de verwachte troepen aanvulling bestaande uit 1 bataljon van het Royal North Lancashire Kegiment, sterk 8 compagnieën van ieder 100 man, en 8 Indische bataljons a 900 man, 8 mitrailleurs, negen kanonnen, voorts no<* pioniertroepen, seinafdeelingen en verdere hulpdiensten. Deze macht stond onder bevel van Generaal-Majoor Aitkhn en werd genoemd „Expeditionary Corps B". Behalve deze troepenmacht hadden de Engelschen meegevoerd alle behoeften en benoodigdheden voor het instellen van een bestuur waarvoor o.a. een gouverneur, een rechter en een spoorwegex- p oitatieleider de expeditie vergezelden, voorts een groote hoeveelheid kleedingstukken, dekens, levensmiddelen, telefoon-materiaal en draad voor telefoongeleidingen, alsmede locomotieven, tractiemateriëel enz. (De spoorwijdte van de Oeganda-baan is gelijk aan die van den Kmmandscharo-spoorweg n.l. Meter). i 'ü- den laten avond van den 2den beproefden de Engelschen een a" !ng' doch die werden door Haupmann Adler verhinderd, welke officier met zijn afdeeling tot de ontvangst gereed lag. Onder be gunstiging van den maneschijn werden in den nacht van 2 op 3 No vember troepen aan land gezet bij Ras Kasone daarna vooruitge- sc oven naar het stadje Tanga, Hauptmann Adler ging hier ge- s eund door de afdeelingen Poppe en Merensky tot een vinnigen aanval over. De vijand leed hier bij den spoorbaan een échec en werd teruggeworpen op de landingsplaats, waar hij zich echter wist te handhaven bij het emplacement van het hospitaal.'s Middags kwam echter een telegram van den Gouverneur, dat de stad moest wor den ontruimd en dat de troepen tot het achter Tanga gelegen Kange terug moesten. De Engelschen voltooiden dien dag hunne landing. In den nacht van 3 op 4 November arriveerde de Mil. Comman- ant von Lettow-Vorbeck met versterking per spoortrein te tanga, ^ijn eerste werk was de verkenning der Engelsche positie: ij s uitte hierbij met zijn adjudant, Kapitein von Hammerstein, op een ngelsche post, een Indiër, die hem aanriep. Lettow had veine: toen hij aangeroepen werd en hij het Duitsche wachtwoord „Stamboek uitsprak, zette de post het op een loopen. Had deze zijn tegenwoordigheid van geest behouden, dan had D.O A. wellicht zijn militairen commandant verloren. Bij aar>komst had Lettow te Tanga ter beschikking, de halve eerste, 4de, 6de, 9de, 13de, 15de, 16de en 17de veldcompagnie, voorts de 4de, 6de, 7de en 8ste, de Schützen-Kompagnie, de vrijwilli- 593

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 39