ondersteunen tegen Kapitein Wintgens in Roeanda. Den 2den
November werd een Duitsche expeditie naar het landschap Karague
gezonden om deze voornemens te beletten Beide partijen hielden
elkander in échec. Bij Kifumbiro legden de Duitschers een offensief
bruggenhoofd aan over de Kagera; dit bruggenhoofd belemmerde
de operation der Engelschen. De Duitschers wisten nog door te
dringen in Buddu (20 November 1914) en wisten, hoewel zij op
verscheidene punten werden teruggeslagen o.a. de bezetting van
Kijaka Fort tot wijken te nopen. Zij wisten zich echter niet te
handhaven en trokken na bloedige verliezen voor de Engelsche
post in Buddu over de Kagera terug.
Ook de Engelschen bleven aan de Kagera. Natuurlijk bracht men
den tijd door met raids.
Op het Victoria-Meer bezat D. O. A. slechts één scheepje, de
„Muanza", dat voor den strijd werd bewapend.
In Muanza werd de opmarsch van een grootere Engelsche afdee-
ling in het Shirati-district gemeld. De militaire commandant besloot
onmidde.lijk met zijn kleine macht den vijand tegemoet te gaan en
het kwam bij het grensplaatsje Kisiï (12 September 1914) tot een
ernstig treffen.
Beide partijen leden zware verliezen, zoo zwaar, dat zij beiden
vrijwillig teruggingen het gevecht was onbeslist. Maar de Engelsche
opmarsch was gestuit. De Duitschers vielen op het Engelsche
Karungu terug en wilden het meerdorpje bezetten, doch bleven 2
mijien noordelijk ervan in stelling.
Tot ontzet van het plaatsje kwam de „Winifred" met 2 eskadrons
East African Mounted Rifles naar Karungu en vond de Duitschers
in stelling. Zij scheepten zich echter spoedig in op de „Muanza";
maar toch niet eerder, dan nadat zij de „Winifred" hadden terug
gedreven en dit schip hadden gedwongen om terug te keeren met
een tweede scheepje, de „Kavirondo", na een gevecht van 8 uren
(15 September 1914).
In Maart kwam het bericht, dat een Duitsche colonne onder
Kapitein Van Haxthausen op marsch was naar het Karungu dis
trict. Om een inval in Br.O.A, tegen te gaan, werd Kolonel Hickson
met eene kleine afdeeling K A.R.'s den 9den Maart 1915 naar de
grens gezonden, waar hij het gevecht aan de Mararivier leverde.
Toch werd eerst in Juni d.a.v. door Generaal Tighe een grootere
expeditie uitgezonden, nadat Shirati in Januari was bezet door de
Engelschen.
Den 20sten Juni 1915 zeilde een flottielje van 7 schepen uit Ki-
601