soemoe met aan boord 1ste bat. Royal North Lancashire Reg, 25th Royal Fusiliers (the Legion of Frontiersman), detachementen K A.R. en 21 stukken gechut uit naar bukoba, dat verdedigd werd door majoor VON Stucmer. De wederzijdsche troepensterkte durf ik niet op te geven, daarvoor zijn de gegevens niet geheel betrouwbaar; wel was de Engelsche macht onder bevel van Brigadier-Generaal J. M. Stewart belangrijk sterker aan die van Majoor Von Stucmer. Nelson's geeft aan, dat de Duitschers „some 400 strong" waren. Bukoba bezat, behalve een draadlooze installatie, rijk voorziene magazijnen. De Duitschers werden uit Bukoba verdreven, nadat de draadlooze was vernield en de magazijnen leeggehaald. Het eigenaardige van deze expeditie was echter, dat de Engelschen wederom Bukoba verlieten, zoodat de Duitschers de stad wederom konden bezetten. Bukoba vormde wel is waar de basis voor de actie der Duitschers tegen de Kagera-rivier en nu wilde Generaal Tighe deze plaats vernielen om die actie onmogélijk te maken, tevens om eene samenwerking te krijgen met het Engelsche Kagera- contingent, ten einde ten slotte een vereeniging der twee colonnes te verkrijgen. Waarom deze bedoelingen niet tot uitvoering ge bracht zijn, verklaart de literatuur nog niet en daardoor maakt deze nuttelooze onderneming een zonderlingen indruk. Niet eens bleef de expeditionnaire macht lang ter plaatse, zij scheepte zich daags na de verovering van Bukoba weer in. Den 6den Maart werd de „Muanza" vernield, waardoor Engeland meester werd op het Victoria-Meer. flan hef Kiiru meer. Daar ik nu den lezer wil uitnoodigen om zijn aandacht te schenken aan de Duitsch-Belgische grenzen, t.w. de oostgrenzen van de Belgische Congokolonie, wil ik eerst aanvangen met een overzicht te geven van de sterkte en den staat der Belgische strijdkrachten, waarvan ik de gegevens geput heb uit [4], een of ficiéél geschrift. De „Force Publique du Congo beige", met een sterkte van 17.800 man, bestond op het oogenblik van het uitbreken van den oorlog uit slechts 14000 militairen. Deze macht was verdeeld in compagnieën van verschillende sterkte, afhankelijk van het belang der districten, waarin zij gelegerd waren. Deze „Force Publique" had tot taak de orde en rust in Hieronder wellicht ook mitrailleurs begrepen? Red. 602

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 48