stukjes van 4.7 c M. werden aan de ageerende colonenes medegegeven,
terwijl hiervoor 4000 schoten uit Europa kwamen. Tevens werd er
gezocht naar een snelvuurkanon, gemakkelijk vervoerbaar en van
voldoende kaliber om groote materiëele uitwerking te verkrijgen.
De fabriek Saint-Chamond construeerde er één en zond 4 bat
terijen a 4 stukken van 7 cM., aanvankelijk met 20C0 schoten per
stuk, later opgevoerd tot 4000 schoten.
De haven van Lukuga (Albertville) werd ingericht als een scheeps-
basis aan het Tanganjika-Meer, alwaar opgesteld werden 2 kanon
nen van 16 c.M. met pantsering en 1 kanon van 10 c.M.opge
voerd van het fort Shinkakasa aan de Congo-monding naar Lukuga.
Aan deze bewapening werd nog toegevoegd een batterij van 6
stukken van 7.5 c.M.
Alle voorraden en behoeften werden opgevoerd van Boma en
Mombasa (Uganda-b 'an, men denke nog aan de vernielingen der
Duitschers), t.w. enorme hoeveelheden hospitaalbehoeften, medica
menten, vivres voor blank en zwart, kleedingstukken, uitrustingstuk
ken, pioniergereedschap, ponton- en telegraafmateriëel, enz. Alle
transporten moesten in het binnenland plaats hebben met tiendui
zenden negers als dragers (iedere drager vervoerde 25 K G.)
Georganiseerd werden:
a. eenheden pioniers-pontonniers, voorzien van het noodige mate-
riëel voor het opwerpen van versterkingen, het slaan van
bruggen enz.
b. detachementen ziekendragers voor de veldhospitalen, waarvoor
uit Europa alle benoodigdheden gezonden werden;
c muildierafdeelingen als treineenheid en scholen voor de geleiders
er van. De muildieren werden in grooten getale uit Europa
gezonden;
d. een etappedienst, ingesteld met magazijnen, depots en technische
diensten
e. telegraafafdeelingen, die de verbinding onderhielden tusschen
Regeering en opperbevel, met 1500 K. M. draad, behalve de
bestaande verbindingen.
Hier zal ik de beschrijving der Belgische strijdkrachten staken
om te blijven binnen de grenzen van het eerste, door mij aange
nomen hoofdtijdperk. De organisatie van het Belgische expedition-
naire corps zal ik opgeven, als ik een begin maak met het tweede
hoofdtijdperk. In elk geval is uit het bovenstaande te lezen, dat de
Belgische Regeering, inzonderheid de koloniale Regeering, met ener
gie de organisatie der strijdkrachten heeft aangevat.
604