als sterkte der Belgen aan 1000 man, terwijl (6) spreekt van 350 man, weinig munitie en één snelvuurkanon van 4.7 c.M. en in (4), brief No. 39, blz. 97, de sterkte als 400 man staat opgegeven, wan neer ik den inhoud in verband met het gevecht van Kissenji mag brengen. Luitenant=Kolonel Henry viel van uit Ngoma Ruanda binnen en kreeg zeer toevallig tegenover zich Kapitein Wintgens met circa 100 man en den mitrailleur, welken hij onmiddellijk van de motorboot liet halen. De Belgen kwamen langs den breeden weg marcheeren, zonder dat zij nog de aanwezigheid der Duitschers hadden opgemerkt. Het bevel werd door Wintgens gegeven, daEeerst geschoten zou mogen worden, als de mitrailleur het vuur geopend had. Deze be streek van uit het zijterrein den marschweg. Toen de Belgen op 300 M. waren genaderd, overviel de mitrailleur de gesloten colon ne uit de flank met vuur. Volgens (5) hebben de Belgen zonder veiligheidsmaatregelen gemarcheerd, hetgeen mij zeer onwaarschijn lijk voorkomt, maar de verrassing was zóó overweldigend, dat de Belgische troepen uit elkaar stoven. Inmiddels hadden de Duit schers ook het geweervuur geopend. De Belgen konden dekking vinden achter bananenheggen; vooral de Belgische Askari's vochten als helden. Steeds weer deden zij aanvallen op de Duitsche positie, doch werden steeds weer teruggeworpen. De heete strijd duurde tot in den avond; toen weken de Belgen, achterlatende 100gesneu velde Askari's. In (6,1 wordt opgegeven gesneuveld de luitenants Terlinden en de L'Epine, zwaar gewond luitenant Arrhenius en verder 30 verliezen. De Duitsche verliezen waren 5 Europeanen (Kap. Wintgens, luitenant Lang, twee Feldwebels en een sedert overleden Europeaan), 6 gewonde Arkari's (gedoode Askari's worden niet vermeld). In 1914 verrichtte Wintgens verschillende raids in het Congo- gebied, doch de eerste, meer hevige ontmoeting had op Nieuwjaars dag van 1915 plaats bij het Tshahafi-Meer. Omgekeerd beproefden de Belgen Ruanda binnen te dringen, waarbij zij zich wisten te handhaven bij Kissegni. Doch den 23sten Mei 1915 heroverden de Duitschers het dorpje Kissegni, dat vernield werd, waarop overste Henry, de Commissaire-Général, besloot om het in de nabijheid er van gelegen bergcomplex Lubafu te vermeesteren, een domineerend punt van de omgeving. Na een scherp gevecht gelukte het den Bel gen, doch Wintgens betrok zuidelijk van Lubafu een stelling slechts door het Ssebea-beekje van de Belgen gescheiden. Langzamerhand kreeg Wintgens versterkingen van Lettow-Vorbeck en alzoo de 607

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 53