De Duitsche flottielje bestond uit de „Hedwig von Wissmann"
(80 ton waterverplaatsing, 8 knoopen), bewapend met een snel
vuurkanon van 4.7 c.M. en een revolverkanon van 3.7 c.M., de
„Kingani" (25 ton en 8-10 knoopen), bewapend met een revol
verkanon van 3.7 c.M. Aan deze twee schepen werd toegevoegd
in Juli 1915 de ,.Graf Götzen", welke bij het uitbreken van den
oorlog nog niet gereed was en op een werf te Dar-es=Salam nog
wachtte op ijzeren onderdeelen. Dit schip was bestemd voor de
verbinding over het Tanganjika-Meer tusschen Kigoma (Duitsch)
en Albertville (Belgisch), beide eindpunten van spoorwegen. De
„Graf Götzen" was van 1000 ton en 8 knoopen. Voorts de „Wami",
een sleepboot. De „Adjudant" een Duitsch-Oost-Afrikaansch stoom
schip van 10CO ton werd door de Engelschen gekaapt, doch later
door Oberleutnant Franken heroverd, nadat het schip eerst als
Engelsche hulpkruiser dienst gedaan had aan de Rafidji-delta tegen
de „Königsberg".
Het schip wist de blokkade te verbreken en zwaar gehavend
Dar-es-Salam te bereiken. Hier werd het gedemonteerd en per
spoor overgevoerd naar het Tanganjika meer. In Kigoma werd een
helling van hout ingericht, welke echter door een soort paalworm
werd vernietigd. Een tweede helling, vervaardigd uit cement voldeed
beter. Toch is het niet gelukt de „Adjudant" voor den dienst
geschikt te maken.
Bovenvermelde schepen ageerden onmiddellijk tegen den Congo-
oever, vooral Albertsville had het te verduren.
De Duitschers hadden onbetwist de heerschappy over het meer
in handen; de Belgen bezaten een gewapende sloep (1 kan. van
5.7 c.M.) en de „Vengeur", de weer vlotgebrachte „Alexandre
Delcommune".
De Belgen poogden echter dezen voor hen nadeeligen toestand
in hun voordeel te wijzigen. Zij vingen aan met den spoorweg van
Kabalo door te trekken tot het Tanganjika-Meer, hetgeen eind
Februari 1915 voltooid was. Langs dezen weg voerden zij allerlei
materialen aan voor het bouwen van een flottielje en het inrichten
van een haven.
Eind Juni arriveerde te Lukuga een groote sloep van 10 ton met
motordrijfkracht (6.5 knoop), en bewapend met een kan. van 5.7 cM.
Ook met de kleine „Vedette" (3 ton en één mitrailleur) konden
zij weinig uitrichten tegen de Duitschers.
Den 3den Juli 1915 werd te water gelaten de „Netta", een grooter
schip (18-19 knoopen), bewapend met een „pompom" van 3.7 c.M.
609