en een mitrailleur. Toch waren deze drie eenheden nog niet vol
doende sterk om de Duitschers te bedwingen. De Engelsche
autoriteiten besloten toen om met de Belgische samen te werken
en zonden twee gewapende motorbooten, de „Mimi" en de ..Toutou".
De lotgevallen van deze twee booten is een geschiedenis op zich
zelf. Zij werden over zee naar Kaapstad vervoerd en van hier per
spoor naar Tungurema, den terminus van het Rhodesische spoor
wegsysteem. Van hier moesten de „Mimi" en de „Toutou" met
behulp van vrachtauto's, ossen-wagens en inboorlingen worden
vervoerd over een gebergte van 6400 voet hoogte, daarna worden
versleept over ondiepten, stoomversnellingen, meertjes en moerassen
van de boven Lualaba naar Kabalo om van hier verder naar Alber-
ville te worden overgebracht per spoor.
De booten werden bemand met Engelsch marinepersoneel, com
mandant Spicer Simpson, welke veel heeft bijgedragen tot de
vernietiging van de Duitsche macht op het Tanganjika-Meer. Als
havenplaats voor de Engelsch-Belgische scheepsmacht werd de
Kalemie gekozen, alwaar bij de monding een kunsthaven zou wor
den ingericht.
De eerste goede slag werd geslagen, toen de „Kingani" bij de
Lukuga kruiste. Gelokt door één der Belgische gewapende sloepen
werd het Duitsche bootje overvallen en tot zinken gebracht door
de „Mimi" en „Toutou", die elk bewapend waren met een kanon van
4,7 c.M. L/50 en een mitrailleur en die vooral een groote snelheid
konden ontwikkelen.
De „Kingani" werd weer vlot gebracht en onder den naam „Fifi",
bewapend met een kanon aan de geallieerde flottielje toegevoegd.
Dit had den 25sten December 1915 plaatsLuitenant-ter zee 2de kl.
der reserve Junge verloor daarbij het leven.
Den 9den Februari 1916 onderging de „Hedwig von Wissmann"
hetzelfde lot. Gesignaleerd voor M'toa bij Albertville, werd het
schip gevolgd door de „Fifi", de „Mimi", de „Vedette" en een
gewapende sloep. Na een kort gevecht begon de Duitscher te zinken.
De geheele equipage werd daarbij gevangen gemaakt.
Thans bleven nog over de „Graf Götzen" en de „Wami". De
„Adjudant" stond nog steeds op de werf.
Deze beide schepen waren van grootere waarde dan die der ge
allieerden.
De „Graf Götzen" was bewapend met een scheepskanon van
10.5 c.M., een kanon van 3 7 c.M., een revolverkanon en twee mitrail
leurs. De geallieerden wilden daarom wachten, totdat een groot schip
610