van de Compagnie des Chemins de fer des Grands Lacs, de „Baron Dhanis", gereed zou zijn, doch dit schip kon eerst in October of November worden afgeleverd. Inmiddels waren de groote operatiën der Belgen begonnen en marcheerde naar het Z. naar Kigoma de zuidelijke Belgische bri gade. Een escadrille watervliegtuigen bombardeerde de „Graaf Göt- zen" en wist het schip ernstig te treffen (10 Juni 1916) De toestand veranderde toen in 't voordeel der Belgen, want een Belgische flottielje, gedekt door luchtverkenningen, kon medewer ken met den opmarsch der brigade. E ij één van deze ondernemingen ontmoette de „Netta" den 27sten Juli 1916 voor Bukele de „Wa- mi" en viel dit schip aan. De „Wami" trachtte te ontsnappen, doch werd in den grond geschoten. Op deze „Wami" bevond zich de bezetting van Kigoma met den commandant, Kapitanleutnant Forst- mann, die opdracht had Kigoma tot het uiterste te verdedigen. Dit deed hij en vluchtte op het allerlaatste oogenblik met de „Wami", die na verlaten te zijn, door de „Netta" werd vernield. De „Graf Götzen" hebben de Duitschers laten springen, toen Kigoma verloren bleek te zijn, terwijl zij de „Adjudant" verbrand den. En hiermede was de Duitsche vlag van het Tanganjika-Meer verdwenen en voerde Engelsch-Belgische schepen de heerschappij op dat meer. Dyassalan en Rhodesië (het Rhodesische front). Ik wil nog even in herinnering brengen, dat den 13den Angustus 1914 de Duitsche stoomboot „Hermann von Wissmann" door den Engelschen stoomer „Gwendolen" werd overrompeld en geno men in Sphinxhaven en dat hiermede de Engelschen de heerschappij op het Nyassa-Meer hadden verkregen. In Nyassaland voerde Ka pitein C. W. Barton het bevel over een geringe macht, welke bestond uit slechts politietroepen, waarbij eenige vrijwilligers. De Duitsche majoor von Langenn-Steinkeller was de com mandant der Duitsche troepen, welke ook slechts gering in aantal waren. Onmiddellijk na den aanval op Sphinxhaven overschreed hij de grenzen en kwam het 28 Augustus bij Kaporo (benoorden Karonga) tot een gevecht. De majoor Langenn-Steinkeller zette zijn marsch voort naar Karonga. Hier waren ondertusschen gele gerd twee compagnieën King's African Rifles (K A R.). Terwijl deze compagnieën uitgezonden waren, viel von Langenn-Steinkeller 611

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 57