Karonga aan, waarin achter gebleven waren 10 Europeanen, 50 As kari's en 3 Europeesche vrouwen. Toen de K.A.R. aan het geschut vuur hoorden, dat Karonga gevaar liep, keerden zij onder commando van kap. Griffith terug, zoodat zij nog aan het gevecht konden deelnemen. Majoor von Langenn-Steinkeller werd met ernstige verliezen tot over de grenzen teruggeworpen. Volgens (7) waren de Duitsche verliezen 130 man, waarbij de helft hunner officieren, en de Engelsche 63 man. Op dit front van het Nyassa Meer tot de Zuidpunt van hetTan- ganjika-Meer, door mij gemakshalve het Rhodesische front betiteld, zijn over en weer vele tochten ondernomen; er werd een guerilla gevoerd. Groote ontmoetingen hebben er niet plaats gehad, daar toe waren de krachten niet voldoende. In September arriveerde te Abercorn de 2de mobiele colonne Rho- desiaansche Politie van Victoria Fails aan de Zambesi (bij Caprivi Territorium van Duitsch Z.W.) Deze colonne onder bevel van den ma joor J. J. O. Sullivan had ongeveer 700 K.M. afgelegd in 20 dagen, niettegenstaande hevige regens, moerassen, gezwollen rivieren, ter reinmoeilijkheden en oerwoud, een prestatie, welke inderdaad schit- terend mag worden genoemd. Het was ook meer dan noodig, want de Duitschers spreidden groote activiteit ten toon aan dit gedeelte van het Rhodesische front en wel van uit Bismarckburg, in welk district hun afdeelingen rondzwierven. In April 1915 concentreerde Majoor Langenn-Steinkeller te Kigoma de 22ste, 23ste, 18de en 29ste veldcomp., welke na over het Tanganjika-Meer naar Kirando en Bismarckburg te zijn over gebracht, naar de Rhodesische grenzen en Langenburg,, op patrouile"- gingen, zooals wij zouden zeggen. Voor de Engelsche post Ikawa lag reeds een deel der 5de veld comp., later de compagnie L. en in Ipiani de rest der 5de veldcomp. In dezen tijd arriveerde de Generaal Wahle met de 24ste veld comp. en de 10de Sch. K te Bismarckburg. Den 28sten November 1914 was generaal Wahle benoemd tot chef van de etappenieiding (Marogoro), tevens militair bevelhebber van Dar-es-Salam en bevelhebber van de Tanganjikaspoorbaan van Dar- es-Salam tot het Tanganjika-Meer (1252 KM). Dit commando behield hij, tot hij benoemd werd tot commandant der westelijke troepen. Van Bismarckbrug uit had hij de Engelsche versterking Farm Jericho (bij de Engelschen bekend als fort Saisi) aangevallen, doch was afgewezen. Hij was niet sterk genoeg (2 en 8 Juli 1915). 612

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 58