uit dienstplichtigen, betoogde de memorie van antwoord, dat nog niet aangegeven kon worden, „in hoeverre de aanvaarding van het „beginsel van den volkenbond ingrijpende wijzigingen zal brengen „in de tot dusverre algemeen aangehangen beginselen in zake „weerbaarheid en bewapening. Vele teekenen wijzen evenwel op „een streven naar verhooging van de weerkracht ter zee als waarborg „tot het behoud van den vrede, terwijl daarnaast gepleit wordt „voor een krachtig leger in het belang van de veiligheid te land. „De wijze van samenstelling van een gebeurlijk te vormen inter nationale weermacht en de verplichtingen, welke daarbij, met de „aanvaarding van het lidmaatschap van den volkerenbond, aan „Nederland zullen worden opgelegd, zijn niet bekend, nog minder „het aandeel, dat Indië daaraan zou moeten bijdragen." Dat de Regeering echter van den volkenbond geen kapstok wilde maken, waaraan het aan de orde zijnde ontwerp zou worden opge hangen, blijkt duidelijk uit haar verklaring in de memorie van ant woord, dat zij „principiëele behandeling" in den Volksraad wenschte, omdat deze bepaalde aanwijzingen zou kunnen geven over de grond beginselen van het te volgen stelsel van dienstplicht De behandeling zou dus gaan over den grondslag van ons toekomstige krijgswezen dienstplicht of vrijwillige dienstneming, benevens eenige zaken, welke in nauw verband met het opleggen van dienstplicht staan. Later, wanneer gebleken zou zijn, welken invloed onze toetreding tot den volkenbond op de samenstelling van onze weermacht hebben zou, zou een beslissing volgen omtrent de wijze van toepassing van het voorgestelde dienstplichtstelsel, sterkte der te vormen weer macht, enz., enz., waaronder niet te vergeten de uitgaven. Naar die uitgaven, zoo mede naar de verdeeling ervan over de staats- en de Indische begrooting, hadden de leden, die van de wenschelijkheid van de invoering van de inl. militie overtuigd waren, in het afdeelingsverslag eenige scherp omlijnde vragen gesteld en daarbij betoogd, dat het te vormen leger op de meest moderne wijze moest worden uitgerust, zoodat het in geen enkel opzicht bij eik ander leger van dezelfde sterkte zou achterstaan. Deze vragen waren het natuurlijke gevolg van hetgeen de memorie van toelichting bevatte over de sterkte, enz. van het met behulp van het dienstplichtstelsel te vormen toekomstleger op Java, n.I. ong. 100.000 man, waaraan het dienstplichtontwerp aanvankelijk was vastgekoppeld. De memorie van antwoord maakte sterkte en samenstelling van het toekomst- leger en dus ook de daaraan verbonden uitgaven tot een voorloopig onbekende grootheid en daarmede werd begrijpelijkerwijze het 616

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 62