een eerste-oefeningstijd van één jaar nog te kort vinden; ik zou er
nog vrede mede kunnen hebben, indien het aantal herhalingsoefe
ningen, dat Art. 44 van het ontwerp in uitzicht stelt, n 1. bij de on
bereden wapens hoogstens 4S dagen, hetzij ineens hetzij verdeeld
over hoogstens drie tijdperken, gedurende een diensttijd van dertien
jaar in de militie, niet zoo gering was.
Over een raad van defensie, in overweging gegeven in het af-
deelingsverslag, liet de memorie van antwoord zich niet uit.
Den 12den Januari kwam het ontwerp in openbare behande
ling. Niet minder dan zeventien sprekers voerden het woord, zoo
dat de Regeeringsgemachtigde eerst den 15den tot antwoorden kwam.
Hierna kwamen vijftien sprekers in tweeden termijn, waarop de dupliek
van den Regeeringsgemachtigde volgde Het verslag van de beraadsla
ging vult niet minder dan 1C8 bladzijden van de Handelingen, hetgeen
vrij duidelijk illustreert voor welke zware taak de Regeeringsgemach
tigde stond, die bovendien in de onmiddellijk aan deze beraadslaging
voorafgegane dagen de veelomvattende en belangrijke voorstellen
betreffende de militaire bezoldigingen en pensioenen met groot
succes ten slotte stemde slechts één lid tegen verdedigd had.
Onder de sprekers, die zich tegen het ontwerp verzetten, verdient
in de eerste plaats de Heer Cramer te worden genoemd. Deze spre
kers maakte van de gelegenheid gebruik om zijn meening en die
zijner Indische partijgenooten over het militaire vraagstuk uitvoerig
uiteen te zetten. Als sociaal-democraat ziet hij in eiken oorlog een
gevolg van het heerschende kapitalistische stelsel; eerst vervanging
van dat stelsel door het socialisme zal den wereldvrede kunnen
brengen. Zoolang zulks nog niet gebeurd is, acht dus ook de Heer
Cramer een oorlog mogelijk, doch niet waarschijnlijk. Nu geef ik grif
toe, dat de toestand van groote moreele en economische uitputting,
waarin Europa ten gevolge van den wereldvrede verkeert, een
nieuwe gewapende botsing in afzienbaren tijd zeer onwaarschijnlijk
maakt (1), hetgeen voor de ontwikkeling van den volkenbond zeer
bevorderlijk kan zijn, maar die toestand van uitputting doet zich
in veel mindere mate gevoelen in Oost-Azië (2), juist het gedeelte
1) Frankrijk schijnt er anders over te denken. Zijn maatregelen tegen
het overwonnen Duitschland, zijn pogingen om de verhouding met som
mige zijner bondgenooten gedurende den oorlog ook na den vrede door
een verbond te bestendigen, niettegenstaande het tractaat van den vol
kenbond, wijzen er op, dat het een poging tot revanche door Duitschland
binnen afzienbaren tijd niet onwaarschijnlijk acht.
2) Japan heeft door den oorlog enorm veel verdiend wel is nu. een
zekere depressie ingetreden, maar desniettegenstaande is het Land van
de Rijzende Zon ook financiëel aan den winnenden kant.
622