Reg., die tegenover „roofmoord" natuurlijk geen rampspoedige ver dediging" wil stellen, gelijk heeft met laag bij den grond te blijven en aan een door de ondervinding beproefd en deugdelijk gebleken stelsel van legervorming de voorkeur geeft boven het fraaie stelsel door den Heer Tjokroaminoto op zoo hoogdravende wijze aanbevolen, behoeft geen bespreking. De spreker had trouwens nog heel wat meer redenen tot verzet. Noch over de memorie van toelichting, noch over de memorie van antwoord was hij tevreden; hij kon daarin alleen „bombast en groote woorden" ontdekken, die in daden der Reg. tegenover de inheemsche bevolking geen bevestiging, wel tegen= spraak vinden. Zooals het thans gesteld is, zou, meende spreker, de wil des volks wel eens even hard of harder gericht kunnen zijn op het verwerpen der bestaarde bescherming en leiding dan op het niet-gedoogen van inmenging van buiten, en hij hoopte op ver zet der jongelingschap, indien de dienstplicht ingevoerd mocht worden. Ook weinig beteekenende voorvallen in den Volksraad moesten dienen tot bewijs van de tyrannie, waaronder het Indi= sche volk gebukt gaat. Dat de grondslagen der ontwikkeling van Indië door den loop der geschiedenis nauw aan Nederland en zijn cultuur verbonden zou zijn, zooals de memorie van toelichting betoogt, ontlokte hem de insi- nueerende opmerking, dat daarvan slechts gesproken kan worden „in verband met die groep van invloedrijke families, welke voor „hun diensten bij de in- en doorvoering van het cultuurstelsel, „erfelijke rechten verwierven, en de kleine groep van intellectueelen „in de laatste kwarteeuw van ethische politiek gekweekt, voor welke „o.a. de instelling der militie een reeks van, alweer volgens de me- „morie van toelichting, eervolle, goed bezoldigde betrekkingen zal „openen" (1). Later betoogt hij, dat de onontwikkelde desalieden door het hoogere en lagere kader, „door eervolle en goed bezoldigde betrekkingen" aan het stelsel gehecht, dra tot willooze werktuigen gemaakt zullen worden. „Je reinste kanonnenvleesch, Mijnheer de Voorzitter!" Veel vertrouwen heeft de Heer Tjokroaminoto niet in zijn eigen landslieden en het schijnt, dat het Javaansche volk al leen onder leiding der S.I.-mannen veilig is! 1) De bespreking van de positie van de hier te lande ten behoeve van het dienstplichtleger te vormen officieren en onderofficieren eindigde de memorie van toelichting met de woorden: „Waar op deze wijze aan de Indische jongelingschap een reeks van „eervolle, goed bezoldigde betrekkingen wordt geopend, meent de Reg. „te mogen vetrouwen, dat over een tiental jaren in de allereerste behoefte „aan hooger en lager kader zal zijn voorzien." 626

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 72