beide sprekers gelooven. Indien zich ergens de naijver der groote mogendheden geopenbaard heeft, dan is het in China en een ieder weet, dat de kuiperijen der wedijverende belanghebbenden in hooge mate hebben bijgedragen tot den ongelukkigen toestand, waarin de Republiek van het Midden verkeert. Maar de hoofdzaak voor den Heer Kan was, of de dienstplicht ook de Chineezen zou treffen, die, volgens hem, noch met de zo nen van het land, noch met Europeanen volkomen gelijkgesteld zijn. Alles te zamen genomen, gaf het eerste tijdperk der openbare behandeling de volgende uitkomst: Een groote meerderheid in den Volksraad wenschte geen veran dering van vlag over deze gewesten, vele leden konden zich in beginsel met het opleggen van dienstplicht vereenigen, doch maakten een voorbehoud meestal betreffende de kosten, terwijl een minder heid onvoorwaardelijk tegen het ontwerp gekant was of uitstel wenschte. P. Wordt vervolgd) 641

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 87