Toen de oorlog uitbrak, werden 41 vliegafdeelingen a 6 vliegtuigen en 8 legervliegparken gemobiliseerd, met totaal 500 man aan vlie gend personeel. In November 1918 stonden aan het front 450 esca drilles a 9 en, wat de jachtéchelons betreft, a 18 vliegtuigen met een totaal vliegend personeel van 50CO officieren, ond. off. en minderen. In 1914 was zoo goed als geen reserve aanwezig; in 1918 waren ten behoeve der aanvulling 103 afdeelingen werkzaam, w.o. 32 vliegscholen, 16 reserve-vliegafdeelingen, 7 waarnemersscholen, 1 school voor bommenwerpers, 1 school voor draadlooze telegrafie, 1 vliegerschietschool en 2 jachtscholen in het operatiegebied. In totaal waren daaraan 80.00U man, w.o. ongeveer 5,000 leerling vliegeniers, werkzaam. Het front verlangde tot het eind van den oorlog een maandelijksche aanvulling aan vliegend personeel van 15%- Tot Augustus 1914 waren in Duitschland ongeveer 600 vliegtuigen vervaardigd: tot 1 Januari 1919 bedroeg dit getal 47.637, benevens 40.449 motoren. In 1914 had de „Taube" ongeveer 40 a 50 minuten noodig om een hoogte van 1500 M. te bereiken; in 1918 eischte men een klim van 5000 M. in 20 minuten. In het begin van den oorlog bedroeg de normale vlieghoogte 1500 M. a 2000 M.; later regelde zich deze hoogte naar het doel. De verkenners op gioote afstanden gingen als regel 6000 M. hoog om ongestoord over de vijandelijke liniën te komende jachtvliegers idem, om zich van uit een groote hoogte op hun prooi te kunnen storten. In 1914 hield men nog rekening met het gewicht van den waar nemer; in 1918 namen de G vliegtuigen bommen van 1000 K G. en de R-machines nog zwaardere bommen mede. De snelheid werd opgevoerd van 60 a 80 tot 140 a 180 K.M. per uur. Het aantal fabrieken steeg van 8 tot 53, waarin ongeveer ICO.OOO arbeiders werkten. Het maandelijksche benzineverbruik steeg van 600, 0C0 K.G. tot 7.COO.COU K. G. in 1918. Totaal werden er 232 millioen K. G. ben zine en 30 millioen K. G. olie verbruikt. Aan bommen werd een totaal gewicht van 27.886 ton geworpen. In 1914 waren er ongeveer 100 geïmproviseerde vliegtuigcamera's van gemiddeld 9 X 12 c.M. aan het front. In 1918 was dit aantal gestegen tot 20C0 speciaal voor dit doel geconstrueerde camera's tot 24 X 24 c.M. plaatgrootte. Gemiddeld werden daarmede dage lijks 4000 opnamen gedaan. Wekelijks werd alleen aan het West front een oppervlakte van 24.000 K. M2. in beeld gebracht. In 1914 had Duitschland nog geen draadlooze installatie'sin 1918 had ieder verkenningsvliegtuig zoo'n installatie. In 1914 bestond de bewapening van een viiegtuigbemanning uit een zelflaadpistool; in begin 1915 een zelflaadgeweer; in 1915 werd het mitrailleurgeweer ingevoerd voor de waarnemers; in 1916 het door den propeller heenschietende mitrailleurgeweer; in 1917waren fcijna alle machines met 2 mit. geweren uitgerust. Ende 1918 waren 649

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 97