dan elders, daar deze spoorweg een reeks van voorradencentra ver
bond, van waar uit ook de civiele bevolking moest worden voorzien.
De Tanganjika-spoorweg is van onschatbare waarde geweest èn
voor strategische handelingen èn voor den verplegingsdienst in
't algemeen.
Van dezen hoofdader gaan een aantal zijlijnen naar het noorden
en naar het zuiden. Deze zijlijnen zijn voor het meerendeel slechte
landwegen. Slechts één dier wegen bevat een klein stuk spoorweg,
n.l. een lijntje van 200 K.M. lengte van het ontwerp Tabara—Roe-
anda (klein naar Afrikaansche verhoudingen).
1. De noordoostgroep kon worden bereikt
a. langs den weg Morogoro (Kimamba Dakawa Handeni
Korogwe) Mombo, alwaar deze landweg aansluiting had met
den Kilimandjaro-spoorweg Tanga Moschi (lengte 352 K. M.
spoorwijdte 1 M., aanwezig slechts 8 locomotieven), welke
spoorweg de geheele groep kon bereiken.
b. overKideta - Mpapua j Kondoa u|iome
Dodoma - Arusche - Moschi.
Saranda j
De lijn sub a was belangrijk korter, vooral toen een Decauville-
baan met menschendrijfkracht was aangelegd tusschen Handeni en
Mombo en ook Dakawa door een Decauville-baan verbonden
werd met Kimamba. Deze veldbanen waren afkomstig van deland-
bouwondernemingen.
De afstand tusschen beide spoorlijnen werd daardoor van 12
dagmarschen teruggebracht tot 9 dagmarschen. Intusschen deed zich
het gemis aan een spoorverbinding alhier zeer sterk gevoelen.
Behalve dat deze verbindingslijn korter was dan de tweede sub
b genoemde, was zij ook qualitatief in een betere conditie. De weg
was n. 1. verbreed, toen de oorlog uitbrak, min of meer geschikt
gemaakt voor auto's, en talrijke kunstwerken waren aangelegd,
waaronder de belangrijkste de brug over de Wamirivier was.
De weg sub b vermeld verkeerde in slechte conditie, behalve
het traject Dodoma Kondoa Irangi, doch dit nieuwe tracé had
andere bezwaren, zooals later zal blijken.
De wegen (a) en (b) waren onderling verbonden door een goeden
landweg Kondoa Irangi Handeni, welke echter voerde door de
onherbergzame, waterlooze, Massai-steppe (12 dagmarschen).
2. De Moeanga- en Bukoka-groep konden worden bereikt
door landwegen, zijnde oude karavaanwegen van uit Tabora naar
684