het noorden, terwijl Bukoba over het Victoria-Meer in verbinding
stond met Moeanza. Het spreekt van zelf, dat deze laatste
verbinding slechts waarde had, zoolang Duitschland meester
van het meer was. Daar echter Engelsche vaartuigen spoedig
het meer beheerschten, moest Bukoba worden voorzien langs
den ouden karavaanweg.
3. De Roeandagroep stond practisch op zichzelf, voor wat de
verpleging betrof. Dit was mogelijk, omdat Roeanda een rijk
landschap met veel landbouw en veeteelt is.
Toch werd naar Roeanda weieens het een en ander gezonden.
Dit geschiedde dan van uit Kigoma over het Tanganjika-Meer.
Op dit meer n.l. hadden de Duitschers de suprematie tot Juni 1916.
4. De Tanganjika-groep was zeer gemakkelijk te voorzien langs
den Tanganjika-spoorweg en door schepen over het meer.
5. De Bismarckburg-groep stond eveneens vrijwel op zich zelf,
al kon zij nog gedeeltelijk worden bediend over het Tanganjika-
Meer.
6. De Langenburg-groep verkeerde in een soortgelijke positie als
de Roeanda-groep. Langenburg is een welvarende, vruchtbare
streek.
7/8. De kust- en spoorweggroepen waren uit den aard der zaak
gemakkelijk te bereiken; alleen moesten de troepen, welke zich
bevonden benoorden Dar-es-Salam, aan de kust worden ver
pleegd langs een lijn Sangasanga-Wami-Mandera naar Miono,
een lijn gelegen tusschen den etappenweg Moiogoro-Handeni-
Mombo en de kust.
Ten overvloede zij hier nog vermeld, dat van uit den Tanga
njika-spoorweg nog een landweg liep naar iringa-Langenburg, naar
Mahenga, naar de Rufudji-rivier en verder naar Kilwa en Lindi en
het zuidoosten der kolonie.
Deze wegen komen in het verdere verloop van dit opstel nog
wel ter sprake.
Voor zooveel noodig, werd langs deze lijnen een etappendienst
georganiseerd, welke zich ten doel stelde:
a. het scheppen van centra, om van daaruit niet alleen de troe
pen van levensbenoodigdheden te voorzien, maar ook om de
burgerbevolking te bedienen;
b. het in die centra oprichten van magazijnen, opslagplaatsen,
veedepóts en dragerbivaks;
c. aankoop van levensmiddelen, vee, enz.;
685