Behalve dezen, waren voor speciale gevallen nog dragers noodig,
b. v. toen de blokkadebreker „Marie" in Maart 1916 in de Sudi-
baai binnenviel en de lading van dat schip over laf d moet worden
opgevoerd naar den Tanganjika-spoorweg. Wat dit zeggen wil, is
duidelijk, als ik vermeld, dat 50.000 eenmansvrachten moesten wor
den vervoerd langs een weg van drie weken marschduur. Dit alleen
vorderde een organisatie op zich zelf.
Moet men dan nog rekening houden met aanvulling van dragers
ontvallen door ziekte, het vijandelijke lood of desertie, dan behoeft het
geen betoog, welk groote zorgen de transportdienst heeft gebaard.
De grootste moeilijkheid is ontstaan, toen de „Schutztruppe" van
14 op 66 compagnieën werd gebracht en hiervoor vele dragers
werden gevraagd, maai vooral, toen primo 1916 een crisis dreigde
te ontstaan in de voedselvoorziening door het uitblijven van de
regens. Door de ongehoord groote hoeveelheden onvoorziene be-
noodigdheden waren voor de noordoostgroep plotseling noodig
20X00 dragers, boven en behalve die reeds op de etappenlijnen
werkzaam waren.
De etappeleiding had wel te kampen met het wegloopen van
dragers, maar toch marcheerden de transporten vaak zonder Euro-
peesch toezicht onder leiding van kustnegers als mandoer (niampara)
naar de plaatsen van bestemming, Over het algemeen is dit goed
gegaan. Een drager vervoerde als maximum 30 K. G., waarbij gere
kend moest worden op 1 K. G. vivres per dag voor den man zelf.
Evenals bij ons waren petroleumblikken een gaarne gebruikt verpak
kingsmiddel.
Als een staalje van practische voorzorg vermeld ik, dat de lading
van de „Marie" in het moederland zooveel mogelijk in éénmans-
vrachten was verpakt.
Organisatie uan den strategischen nerplegingsdienst.
Zooals gezegd, werd Generaal Wahle belast met de etappeleiding,
Hoofdetappeplaats werd Morogoro (tot April 1915 de zetel van het
gouvernement). Morogoro was het knooppunt van etappewegen,
die naar alle richtingen voerden. Aangezien hier ter plaatse geen
voldoende bergruimte aanwezig was voor den opslag van de enorme
voorraden, werden de gebouwen van de tentoonstelling te Dar-es-
Salam daarheen overgebracht. Hoewel dit met groote moeilijkheden
gepaard ging, is men daarin toch geslaagd.
Langs den Tanganjikaspoorweg waren vele magazijnen opgericht,
690