overgebracht naar het station Kahe. De afstand van station Kahe
tot den uiterste linkervleugel van Lettow's opstelling (de afdeeling
Stemmermann) bedroeg naar ruwe meting slechts 6 7 K. M. he
melsbreedte. Op het eerste oog lijkt deze afstand zeer kort, te
meer daar Lettow wist, dat hij een groote overmacht tegenover
zich had, dat hij zich bepalen moest tot het defensief en dat hij
er dus rekening mede houden moest om te worden teruggeworpen
over de Ruwu-rivier. Toch was de keuze van station Kahe niet
zoo slecht, vooreerst, omdat de voorraden al danig geslonken waren
en het kwantum eiken dag nog meer verminderen zou, zoodat ten
slotte slechts zeer weinig over zou blijven voor een eventueel trans
port, maar ook, omdat het terrein een snelle actie der Engelschen
ten eenenmale onmogelijk zou maken. Daarbij was te Station
Kahe de algemeene reserve geplaatst, sterk 8 compagnieën, in
verband met de bedreiging door van Deventer. In dit door rivier
doorsneden doornboschterrein heeft de Generaal Sheppard een
gevoelige nederlaag geleden en kon b.v. de 3de Engelsche divisie
niet opmarcheeren.
In dit licht bezien was Station Kahe dus nog zoo ongunstig niet
en had het voordeel van aan den spoorweg te liggen. Zoowel aan-
als afvoer waren dus verzekerd.
Ofschoon de positie van Lettow zeer gunstig was en het geheel
niet noodig was de stellingen te ontruimen, is hij toch hiertoe over
moeten gaan op een foutief bericht, een beslissing, welke Lettow
later zeer betreurde.
De voorraden, voor zoover nog niet opgebruikt, werden daarop
verplaatst naar Mombo, de hoofdetappeplaats voor de noordoost-
groep. Op deze keuze valt niets aan te merken.
Door het intreden van de regens zette Smuts circa twee maanden
zijn operatiën stop, doch hij zond Generaal VAN Deventer met een
bereden en een onbereden brigade naar Kondoa Irangi.
Dit gaf Lettow aanleiding om zijn hoofdkracht te verplaatsen naar
Kondoa Irangi. Behalve twee compagnieën van de Roeandagroep
onder Kapt. Klinghardt ging Lettow met 15 compagnieën en 2
bereden compagnieën uit Pare weg met achterlating van Majoor
Kraut als bevelhebber.
En hiermede was het zwaartepunt van den strategischen verple
gingsdienst plotseling verplaatst naar de etappelijn Dodoina Kondoa
Irangi, terwijl de Kilimandjarospoorweg daardoor van secundair be
lang werd. De verplegingsdienst werd hier verzorgd door een speciaal
daarvoor door lettow gecreëerde intendance voor de noordtroepen.
697