Merkwaardigerwijze heeft de Belgische colonne op 3 uren af stand van Rubengera haar marschrichting naar het oosten verlegd en heeft daardoor dus de hoofdetappeplaats van Roeanda onaan geroerd gelaten. Welke een schoone gelegenheid heeft hier bestaan om door ver nietiging van de aldaar aanwezige voorraden de afdeeling Wintgens bij Kissenji tot vermoedelijke capitulatie te dwingen. Door dit na te laten heeft de Belgische commandant voor de Duitsche zaak een energiek troepenaanvoerder gespaard, die een zeer groote rol ge speeld heeft in dezen oorlog Wintgens zou misschien hebben kunnen uitwijken of doorbreken, maar Rubengeta lag in zijn rug en in zijn front marcheerde eene andere Belgische colonne op. Nu h 'd Wintgens gelegenheid om alles weg te voeren, ook uit Rubengera. Den 12den Mei werd Kissenji ontruimd en den 14den d. a. v. Rubengeta. Ik heb mij onwillekeurig afgevraagd, of Wintgens dan wel Roehl geen bericht hadden gekregen van den Belgischen inval, zoo ja, waarom Rubengera niet eerder is ontruimd Antwoord op deze vragen heb ik evenwel niet kunnen krijgen. De afvoer van verplegingsartikelen ging met moeilijkheden gepaard wegens gebrek aan transportmiddelen, i. c. dragers; veel is achter gelaten moeten worden, terwijl de aanwezige dragers overbelast werden en menigeen onderweg uitviel. Het niet-meegevoerde, o. a. veel zout, werd grondig vernield en als nieuwe etappeplaats uitge kozen Gitega, de hoofdplaats van Oeroendi. De richting was dus naar den spoorweg. Deze etappeplaats heeft niet lang als zoodanig gefunctionneerd, want de oprukkende Belgen dwongen tot teruggaan naar den Tanganjika-spoorweg en omdat de Generaal WAHLEaan de troepen van Wintgens en von Langenn-Steinkeller een andere be stemming gaf. Wahle dirigeerde n. 1. Wintgens naar de Kahama-bergen om de Bukoba groep op te nemen en von Langenn-Steinkeller naar Shinyanga om de Moeanza- groep op te nemen. Deze colonnes moesten een streek overschrijden arm aan hulp bronnen. Door geforceerde marschen en door veel vivres mee te nemen kon dit worden uitgevoerd en bereikten zij de streken van het Moeanza-district, alwaar deze detachementen weer van het land konden leven. De Bukoba-groep onder Gudovius werd reeds spoedig bedreigd. Hij liet al zijn voorraden verpakken en zond deze, kort voor de 701

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 33