mogelijkheid van een beslissend gevecht, weg. Het bleek, dat Gudovius te lang had stand gehouden, want zijn terugtochtsweg was reeds versperd. Hij beproefde toen door te breken, maar zijn groep werd geheel uit elkaar geslagen en Gudovius zelf gewond gevangen genomen. Een gedeelte van zyn detachement wist zich echter te redden en bij Wintgens aan te sluiten. Zijn vivrescolonne was echter in veiligheid. De Moeaza-groep werd evenals Wintgens uit hare stellingen gemanoeuvreerd door Generaal Crewe, die in drie colonnes kwam opmarcheeren. De Bismarckburg-groep, de 29e veldcompagnie, leverde aan Murray slag op den Namema-berg. Zij werd echter geheel ingeslo ten. Na een geslaagden uitval werd Eerste-Luit. Franken gedood en vervangen door Luitenant Ott, die den 3den Juni de doorbraak voltooide en den 20sten Juli, na veel ontberingen door schraal, onbekend terrein in Tabora bij Generaal Wahle aankwam. Dit kleine troepje heeft dus uitsluitend zich uit de pori-rimboe moeten voeden. De Tanganjika-groep levert geen stof tot opmerkingen; alleen wilde ik er nog bijvoegen, dat bij het teruggaan van deze groep onder zwaren Belgischen druk, Wintgens aan den spoorweg werd aan getrokken, alwaar zij den Belgen een paar gevoelige nederlagen toebrachten. Hierdoor echter werd de verpleging der troepen VON Langenn- Steinkeller belangrijk vereenvoudigd. Ten slotte is Tabora van meet af aan de hoofdetappeplaats ge weest voor het westen. Tabora bezat aanzienlijke inrichtingen, werkplaatsen, reparatie-ateliers enz. Den 19den September 1916 is Tabora door de Belgen bezet. Ad. C. Daar Smuts 3 bataljons van de divisie van Deventer te Kilimatinde stationeerde om de vereening van Wahle met Lettow te beletten, koos Wahle den terugtocht naar het zuidoosten der kolonie. Hij splitste zijn macht in 3 colonnes, de noordelijkste onder Ma joor VON Langenn-Steinkeller (4 compagnieën), de middelste onder Kapt. Zingel (3 compagnieën), waarbij Generaal Wahle en zijn staf, en de zuidelijke onder Wintgens (4 compagnieën). Al- gemeene richting was Iringa. Voor dezen tocht moest men rekenen op gebrek aan levensmiddelen en water. Deze colonne moest echter voor overmacht wijken en trok terug naar het oosten. 702

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 34