De groote voorraden van Tabora waren tijdig afgevoerd naar
Malongwe en opgeslagen in een groot etappemagazijn. Majoor von
Langenn-Steinkeller had het weinig benijdenswaardige voorrecht
de te Malongwe liggende voorraden mede te nemen. Malongwe
werd dan ook het beginpunt van zijn marsch.
Voor dat doel waren reeds langen tijd te voren aldaar vele
dragers verzameld. Mede met behulp van 600 bij Tanga en Jassini
gevangen Indiërs, die verzocht hadden mede te mogen gaan (ik
laat dit laatste voor rekening van den schrijver, wiens boek ik
raadpleegde, doch het stond geschreven naast de vermelding, dat
vele dragers door onvoldoende bewaking waren weggeloopen), wer
den opgevoerd de geheele munitievoorraad, een deel der verband-
artikelen en zooveel mogelijk levensbenoodigdheden, voorts 5000 stuks
rundvee. Wegens het watergebrek moest deze kudde in echelons
marcheeren, maar onderweg zijn er nog 3000 verloren gegaan.
Op dezen tocht zijn de grootste ontberingen geleden, vooral door
watergebrek; het water moest door graven verkregen worden en
was vuil en slecht.
De eerste 6 dagen had men nog de voorraden uit geïmproviseerde
magazijntjes van hetgeen medegenomen was, maar daarna moest
worden geleefd van het land. Wel had men nog den tot 5 dagen
opgevoerden, als noodration beschouwden vivresvoorraad bij den man,
maar deze vivres mochten eerst op uitdrukkelijken last worden
verbruikt.
Oorspronkelijk gold het als onmogelijk om den Askari zijn eigen
mondvoorraad te doen medenemen. Later werd echter door den man
10, zells 12 dagen vivres medegevoerd, behalve nog zijn 300 patronen.
Op dezen tocht der westtroepen moesten de Askari's bij aan
komst in het bivak nog gaan fourageeren, d.w.z. oogsten, dorschen,
stampen en bereiden. Dit viel den troepen bijzonder zwaar, waar
zij als regel bij het aanbreken van den dag op de been waren en
eerst 's middags 4 uur in 't bivak kwamen. De dragers waren niet
zelden eerst diep in den nacht terug van het fourageeren.
Begin November begon het gelukkig te regenen en was het water-
vraagstuk daarmede opgelost; doch nu leed men weer aan gebrek
aan schoeisel en kleeding.
De colonnes von Langenn en ZiNGEL- Wahle kwamen te Itumbe
samen; Wintgens was 3 dagmarschen westelijk te Kiwere. Alle co
lonnes kwamen nu te staan voor den grooten etappeweg van ge
neraal Northey, n.l. Langenburg Tendala Ubena Madibira
Gomynji Kampiaboga Iringa.
703
I. M. T. 44, 1920.