leverde nog niets op, omdat men nog op het rijp worden van den
oogst moest wachten (in Maart, het was nog November 1916) en de
overigens ook vruchtbare streken meer naar het zuiden hadden een
nog veel jongere of nog geen aanplant op het land staan. Wanneer
hij den oogst in 't zuiden dadelijk na rijping had verbruikt door de
Rufidji prijs te geven, dan zou hij in 't zuiden in nog ernstiger
toestand zijn komen te verkeeren. De oogst in 't zuiden moest dus
een reserve vormen na het oogsten in de Beneden-Rufidji.
Kon Lettow zich handhaven in die streken, dan zou hij daarbij
de Engelschen dwingen om hun opmarsch in den regentijd (Maart)
te beginnen.
Zijn eerste maatregel was om de duizenden negers naar huis te
zenden, de tweede maatregel was om alle Askari-vrouwen, die in
de bivak den gebraden haan uitgingen, naar 't zuiden te zenden.
Met deze aanhangels van den troep heeft Lettow veel te stellen
gehad, evenals indertijd te Rubengera.
De derde maatregel behelsde eene zuivere administratie van de
voorraden der magazijnen, zoodat men steeds een overzicht hield
van de aanwezige hoeveelheden.
Ten slotte, de vierde maatregelvermindering van ration, omdat
Lettow anders den oogst niet halen kon. Toen begon de troep
te mopperen op den man, die hem zoo veelvuldig en roemvol in
den strijd heeft aangevoerd, en „alle Schuld für die zur Zeit kaum
ausreichende Verpflegung auf den bösen Kommandeur zu schieben".
De algemeene werplegingstoestand werd gered, doordat een
procédé werd gevonden om nog te jonge maiskolven kunstmatig
rijp te maken en daarvan meel te bereiden. Het meelration werd
daardoor van 600 op 700 gram per man en per dag gebracht.
Wat zou Smuts een groot succes hebben kunnen bereiken, in
dien hij toen had kunnen doortasten en Lettow had kunnen ver
jagen van de Rufidji. De weggestuurde negers zullen toch wel
het een en ander hebben overgebracht.
Om nieuwe teleurstellingen te voorkomen zond Lettow reeds nu
een nieuw intendancelichaam naar 't zuiden naar Liwale en Massissi,
om aldaar een geheele landstreek omspannende organisatie te schep
pen, die op de voornaamste punten etappeplaatsen moest inrichten,
ten'einde, ieder voor zich, het omliggende land te exploiteeren.
De twee voornaamste verbindingslijnen van de Rufidji naar het
zuiden waren Kungulio Mawa Madaba Liwale en Mpanga-
nya Utungi meer Mpotoro.
Door den druk der Engelschen bij Kiderengwa en vooral bij
708