De Engelschen verlegden het zwaartepunt van hun actie thans
op Lindi, in verband waarmede Generaal Wahle teruggehaald
werd van Mahenge en het bevel kreeg over het Lindifront. Te
Mahenge bleef Kapt. Tafel, die na een roemrijken terugtocht later
door den honger heeft moeten capituleeren.
De energieke Lettow had hier wederom het voordeel van de
binnenlijnen, ageerde op de krachtigste wijze en sloeg den vijand
bij Lutende, Narungomba, Narungu, Lukuledi en Chiwata.
Midden Juni 1917 werd Wahle teruggedrongen van Lindi, doch
de nederlaag der Engelschen bij Lutende (30 31 Juni 1917) ver
zekerde den Duitschers nog voor langen tijd het rijke verplegings-
gebied van Lindi.
Toen de Kilwa-streek uitgeput raakte, trok Lettow na de over
winning bij Narungombe naar het zuiden (4 compapnieën en 2 berg-
kanonnen), om zich te vereenigen met Generaal Wahle, achterlaten
de 6 compagnieën en een battery.
Het lot van D.O.A. was echter beslist, de „Schutztruppe" werd
gaandeweg teruggedrongen en was aangewezen op het verplegings-
gebied Tunduru Massasi Roeponda Liwale.
Tunduru werd weldra bezet door de Engelschen en Roeponde
overvallen, waarbij 900CO K.G. mondvoorraad verloren ging.
Lettow's positie werd weinig benijdenswaard; hij leefde nog
wel van het land of trachtte door buit in het onderhoud zijner
troepen te voorzien, maar teerde gedeeltelijk op zijne weinige
magazijnen.
Ofschoon Lettow de Engelsche Lindidivisie bij Mahiwa een
zware nederlaag toebracht, veroorzaakte de opmarsch der noordtroe
pen, dat Lettow verder terug moest. Hier had de Engelschman
wederom gelegenheid om Lettow's troepen tot werkeloosheid te
brengen. Eerst hadden de noordtroepen Roeponda overvallen en
Lettow verzwakt, maar dit succes hadden zij kunnen bekronen
door energiek door te tasten in de magazijnengroep Chigugu
Chiwata Massasi Ndanda, Kraut stond hier slechts met 3
compagniëen.
Lettow was echter doortastender; hij begreep het gevaar, snelde
naar Lukuledi en wierp den vijand terug (19 October 1917).
De toestand werd echter uiterst precair. In de magazijnen waren
nog 500.000 K.G. vivres aanwezig, d.w.z. voor V/2 maand, terwijl
de eerstvolgende oogst eerst in Maart kon worden binnengehaald.
De voorraden werden daarbij reeds overgebracht naar Nambindinga
en Kitangari.
711