kan ook voor kameelen dienen, waarvoor het in Palestina veel ge»- bruikt schijnt te zijn. Het kanon is een lange vuurmond, naar schatting 2C kalibers, en het kaliber 7 a 7,5 c M Het is iets voorbij het tappenstuk in twee stukken verdeeld, ieder stuk van 1 M. lengte, zoodat het stuk, in elkaar gezet, niet den indruk van een bergkanon, doch van een kort veldstuk maakt. De verbinding van voor- en achterstuk geschiedt door middel van een soort schroefsluiting. Het voorstuk wordt tegen het achterstuk geplaatst, met een soort zwengel, tevens sleutel voor de sluiting, 1/6 slag omgedraaid, en met de sluiting vastgezet. De gasafsluiting geschiedt door middel van een drietal concentrische ringen aan het voorstuk, die passen in een drietal overeenkomstige gleuven in den voorkant van het achterstuk; door den 1/6 schroefslag bij het in elkaar zetten worden deze ringen voldoende sterk aangedrukt. Uasontsnapping kwam althans volgens den B.C. niet voor. De as der affuit is 2 x gebogen en kan, door het plaatsen van een hefboom in een gat op het uiteinde van den asarm, in hoogen dan wel lagen stand gesteld worden, ten einde grootere elevaties te kunnen geven. Overigens is het een gewoon k.t. 1. kanon met onafhankelijke richtlijn. Het hoogste cijfer van de afstandschijf is 5500 yard. Het schild was in drieën samenklapbaar, met uitsnijdingen voor raden en vuurmond, en werd van boven over het kanon gehangen en met steunen aan de affuit bevestigd. Op het com/to; „Prepare for action" werd het stuk in batterij ge steld. Dank zij de zeer sterke bediening van 10 kanonniers per stuk (waarvan 6 werkelijke bedieningsmanschappen en 4 reserve, munitie aanvoerders, e. d.), maar ook dank zij de zeer goede geoefendheid, geschiedde zulks in zeer korten tijd. In 70 a 80 seconden was het stuk afgeladen, in batterij gesteld, en gereed om te laden. Omtrent de formatie vernam ik nog het volgende: De batterij wordt gecommandeerd door een kapitein en telt verder 3 Europeesche luitenants en 3 Inl. officieren, die ook als S. Cn dienst doen, doch steeds onder toezicht van een Europeesch officier. De St. Cn zijn Inl. onderofficieren, zij zijn onbereden. Verder telt de batterij slechts 2 trompetters en 1 stellingwachtmeester, allen bereden, die den batterijstaf vormen en o. a. dienst doen als ver kenners. De batterij bestaat uit 3 sectién van 2 stukken, per sectie is nog een muildier met pioniergereedschap ingedeeld. Nadat de B. C. nog een indirecte (wederkeerige) richting had laten uitvoeren, waarbij een instrument gebruikt werd, dat niet belangrijk van onzen kijker B. C. verschilt en een derlnl. officieren een schijn- vuur had geleid (volgens mijn zegsman zijn ze slechts tot het leiden van eenvoudige vuren in staat) werd het mijn tijd om afscheid te nemen, daar ik geen onbescheiden gebruik van den beperkten tijd van mijn vriendelijken leidsman wilde maken. 724

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 56