worden op de betrekkelijke paragrafen van het exerciteireglement en van het velddienstvoorschrift. Men was zeer dankbaar, toen eindelijk de bij den strijd in Lotharingen verloren gegane vrachtautocolonne weer opnieuw gevormd was en voor den aanvoer kon zorgen. In „Nochmals d e deutsche und die französische Feldartillerie am Anfang des Krieges" tracht Generalmajor Isbert de bewering te weerleggen, dat de Fransche artillerie beter bewapend en beter ge bruikt werd dan de Duitsche. Hij acht het oogenblik nog niet ge komen om in deze questie een uitspraak te doen. Toch lijkt, wat verder volgt, al heel veel op een uitspraak. In de eerste plaats de bewapening. Hij vindt, dat de waarde van een kanon niet alleen afgemeten kan worden naar de ballistische eigenschap pen, .en hij acht het zeker, dat men voor den oorlog niet geneigd zou zijn geweest een 2 km grootere dracht te betalen met een ge wichtsvermeerdering van 150-200 kg De redactie teekent hierbij terechtaan, dat „der Herr Verfasser gibt hiermit zu, dasz sowohl bei der höheren Truppenführung wie auch bei der Truppe eine fehlerhafte Anschauung herrschte; es wurde, die Beweglichkeit auf Kosten der Wirkung überschatzt. Ein schwerer Fehler, den man zwar bald, aber leider zu spat erkannt hat!" Dat de voldoende dracht van het kanon 96 eerst in den stelling oorlog gebleken zou zijn, daarin vergist de schrijver zich, zooals uit het aangehaalde artikel van Majoor Seeger hiervoor nog blijkt. Zijn conclusie, dat het niet bewezen is, dat de Fransche artillerie beter materieel had dan de Duitsche, is naar onze meening niet „eiwandfrei". Evenmin die betreffende het gebruik der artillerie. Hij haalt als voorbeeld aan het optreden van zijn artillerieregiment in den slag bij Longwy, waar niet alleen zijn batterijen, maar ook die van het 20ste, 9e en 56e regiment veelal in open stellingen zijn opgereden. En hij zegt dan: „Das Urteil, dasz die französische Feldartillerie der deutschen in der Vetwendung bedeutend überlegen gewesen sie, ist offenbar da- durch entstanden, dasz erstere in der Regel völlig verdeckt stand, und dasz es uns daher oft grosze Mühe machte und haufig nicht gelang, sie aufzufinden und zu bekampfen''. En een eind verder: „Wenn nun namentlich zu Anfang des Krieges deutsche Feldartillerie wiederholt in offener Stellung gegenüber den verdeckten französi- schen Batterien gestanden und wiederholt schwere Verluste gehabt hat,wer will denn sagen, dasz in der Mehrzahl der Falie auf falsche oder auch nur fehlerhaft Verwendung zurückzuführen war?" Terecht merkt generaal Rohne in een naschrift op, dat het op treden in open stellingen van batterijen van 4 regimenten toch wel opvallend is. Hij neemt aan, dat hier de fout lag bij de infanterie, die door haar voorwaarts stormen aan de artillerie geen gelegenheid en tijd gaf tot behoorlijke stellingkeuze. Wij zouden willen vragen, of de meer in het gedekt stellingnemen geoefende Fransche artille rie met haar verder dragend kanon, ook in dit geval er niet in ge slaagd zou zijn van uit gedekte meer achterwaarts liggende stel lingen aan de infanterie de gewenschte steun te verleenen, waar- 728

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 60