door èn de infanterie beter gediend zou zijn geweest èn de artil lerie minder verliezen geleden zou hebben. De generaal Isbert behoort ook blijkbaar tot degenen, die von den, dat waar de infanterie bloedt, ook de artillerie moet bloeden. Revue militaire générale. April 1920. In „Artillerie dans la défensive.-Une des causes d'une défaite" be schrijft de Commandant Perny, hoe bij den Duitschen aanval van 27 Mei 1918 de Fransche nederlaag geheel moet worden geweten aan het foutieve gebruik der artillerie in de verdediging. De Che- min des Dames, welke rug hierbij verloren ging met een ten Zuiden daarvan liggende terreinstrook van minstens 30 km. diepte, gold als een formidabele positie. Dit was haar verlies „car on parut ig- norer que le terrain ne se défend pas seul et que dans la défensive, pour conserver une position, des positions, il faut du monde en profondeur: fantassin, artilleur, ravitailleur. Or tous étaient entre Aisne et Ailette en première ligne, aucun service a l'abri des canons ennemis." De geheele artillerie was opgesteld op één enkele linie. En toch schreef de instructie omtrent het voeren van het defensief voor, dat echelonneering in de diepte het „principe fondamental'' van de ver dediging is. „L'organisation du terrain, la recherche de Sexploitation de renseignements, l'établissement des plans de défense concourent avec l'échelonnement en profondeur a assurer les garanties contre la surprise et le jeu des défensives". Als gevolg van de gemaakte fouten gelukte het den Duitschers na een beschieting van slechts 6 uur (van 1 tot 7 's morgens) de stel ling geheel te vernietiger, en konden zij daarna met het geweer en bandouillière en in colonne met vieren langs de wegen den marsch in Zuidelijke richting aanvangen. Daar er geen enkel kanon meer achterwaarts was opgesteld om hun opmarsch te belemmeren, vie len alle voorraden en magazijnen onbeschadigd in handen van den vijand. Ja, men had zelfs geen tijd en gelegenheid de bruggen over de Aisne te vernielen. De commandant Raoul schetst in een artikel „Travail de 4e bu reau d'armée. Ravitaillement en munitions" de moeilijkheden, waar mee degenen, die den munitieaanvoer hadden te regelen, te kampen hadden. De eerste moeilijkheid leverde het enorme aantal kalibers op. er waren er minstens 24, waarbij dan nog de infanterie kwam met patronen voor geweren, mitrailleurs, kanonnen van 3,7, handgranaten en tal van andere munitiën en ernstvuurwerken (vuurpijlen, lichtge vende patronen, enz). Maar daarmee was men er nog niet. De ar tillerie had voor elk kaliber nog tal van verschillende projectielen, ladingen, buizen. En daarbij werd van hoogerhand, uit vrees, dat men hier alleen projectielen en daar alleen buizen zou krijgen, met hand en tand vastgehouden aan het begrip „complete schoten". Dit maakte op 729

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 61