ging in de overgangsbepaling sub Militaire Tarief No. 3e afd. A, Staatblad No. 767, 1919, pag 15 gestand doende, bereid daaraan tegemoet te komen? Onderafdeeling 1919. Afzonderlijke Inlandsche korpsen. Nu de in= voering der Inlandsche militie voorshands uitgesteld schijnt te zijn, werd de vraag gesteld, of een herstelling van het legioen van Pakoe Alam op den voet van de voor den Mangkoenegaran getroffen en naar het schijnt goed voldoende regeling niet gewenscht is. Onderafdeeling 922. Remontedepot. Men zou gaarne vernemen, of de berekening wel eens gemaakt is, welk bedrag aan een door het remontedepöt afgeleverd paard ten koste is gelegd. Onderafdeeling 925. Geniewerken. Men vroeg, of vele dezer wer ken niet evengoed of beter door de B. O. W. konden worden uitge voerd, in verband waarmede een inkrimping der genie mogelijk zou worden. Onderafdeeling 927. Geneeskundige dienst. Het was aan een der leden bekend, dat bij de Menadoneesche ziekenoppassers in Wel tevreden en Soerabaja ontevredenheid bestaat, omdat zij niet deelen in de lotsverbeteringen, welke hunne landgenooten bij andere dien sten genieten. Onderafdeeling 931. a Militaire sehool. Aanbevolen werd meer dere bekendheid te geven wellicht door bemiddeling van de pers aan de opleiding op deze school en de voorwaarden voor toelating, evenals aan de opleiding tot ambachts- of handwerkslieden. b. Stafmuziek. Door de nieuwe regeling, namelijk, dat alleen kader uit Holland zal worden gezonden, kan de tegenwoordige dirigent van de stafmuziek niet meer als vroeger élèves recruteeren uit de uitgezonden Europeesche fuseliers. Hierdoor dreigt het gevaar, dat de stafmuziek ingekrompen zal worden. Gevraagd werd, of er geen maat regelen kunnen worden getroffen om dezen terugval tegen te gaan. Onderafdeeling 933. Bijdragen aan vereenigingen ten bate der mi litairen Nadere opgave werd gevraagd van de vereenigingen, welke een bijdrage ontvangen. Het uitgetrokken bedrag werd door een lid laag genoemd. Men meende, dat deze vereenigingen zich alleen het lot van de Europeesche soldaten aantrekken ofschoon dergelijke vereenigingen ten bate van Inlandsche militairen eveneens reden van bestaan hebben. Onderafdeeling 936. Levensmiddelen enz. Gevraagd werd, hoeveel de kostprijs van de voeding per man en per dag bedraagt. Onderafdeeling 937. Kosten van materieelen aard. Nadere speci ficatie werd verzocht van de raming van ruim 6y2 millioen voor de aanschaffing van magazijnsgoederen. Onderafdeeling 947. Uitgaven voor expeditiën enz. Gevraagd werd, waaraan de in de toelichting vermelde f 600,000 zullen worden besteed; de gegeven omschrijving werd niet voldoend duidelijk geoordeeld. Tevens zou men gaarne vernemen, of de toestanden in Atjeh niet gereedelijk van dien aard geworden zijn, dat geen reden meer be staat voor het toekennen van personeele toelagen. 738

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 70