Een typisch voorbeeld van uitlegging geeft de Wetgever door in
artikel 50 te bepalen, dat onder de woorden: „hij, die" in het
Wetboek voorkomende, verstaan moet worden, „ieder aan de mili
taire rechtsmacht onderworpen persoon". Waar de woorden „meer
dere" en „mindere" telkens en telkens in de Wetgeving voorkomen,
is bepaald, dat de verhouding van meerdere tot mindere bestaat
tusschen militairen:
le. krachtens hoogeren militairen rang;
2e. bij gelijkheid van rang, krachtens meerderen ouderdom daarin,
doch alleen met betrekking tot dienstaangelegenheden;
3e. onafhankelijk van hun rang of stand, wanneer en voorzoover de
eene, hetzij krachtens zijn betrekking als bevelvoerende militair,
hetzij krachtens beschikking van het bevoegd gezag, den anderen
onder zijne bevelen heeft.
In een tweede lid afkomstig van de meergenoemde Commissie
is in verband met de geïnterneerden nog opgenomen de bepaling,
dat ten aanzien van dezen een gelijkstelling van vreemde militaire
rangen met Nederlandsche plaats grijpt door de Kroon of de be
trokken Ministers namens de Kroon handelende,
Het sub 3e aangegevene is den Indischen militairen lezer niet
onbekend, daar vroeger ter zake voorkomende gevallen, vooral
te velde, aanleiding gaven tot oneenigheden tusschen den excursie
commandant en den daarvan toegevoegden officier van gezondheid,
die van hoogeren rang was, zie A. O. 1916 No. 2 (blz. 54).
Wie onderofficieren zijn, geeft artikel 52 aan: zij, die eenigen
militairen rang bekleeden bij de zeemacht beneden dien van luite
nant ter zee der derde klas en van buitengewoon adelborst der
marine-reserve en bij de landmacht beneden dien van tweede
luitenant; zij, die geen rang bekleeden, zijn dan de zgn. mindere
militairen.
Het Wetboek verstaat onder schildwacht: ieder militair met geweer
of getrokken zijdgeweer gewapend of van een bepaald kenteeken
voorzien bij Koninklijk Besluit nader vast te stellen en welke mi
litair op post of uitkijk gesteld is; deze omschrijving is dus zeer ruim.
Onder oorlogsvaartuig wordt verstaan, zegt de Wetgever in arti
kel 54, elk ten behoeve der zeemacht gebezigd vaartuig, waarover
een militair der zeemacht het bevel voert 1).
Artikel 55 geeft een uitbreiding, die de Wetgever noodzakelijk
geacht heeft, aan de begrippen „vijand", „oorlog" en „tijd van oor
log": Zoodra aan een gedeelte der krijgsmacht op de door Ons
1) Zie over deze aangelegenheid ook hiervoren op blz. 559.
676