Reeds in een voring artikel in dit tijdschrift betoogde ik de wenschelijkheid, de troepenmacht op Java in te deelen in 2 divisiën a regimenten a 3 bataljons en een zelfstandig detachement. Met dit denkbeeld is in de thans ontworpen organisatie rekening gehou den, zooals kan blijken uit tabel A. De invoering van die troepenin- deeling ware te doer, gepaard gaan met opheffing van de geheel verouderde administratieve indeeling in militaire Afdeelingen. Instede daarvan ware Java te verdeelen in genie-, geneeskundige dienst-, intendance- in militaire administratie-ressorten, terwijl ten aanzien van het beheeer der militaire gebouwen de garnizoenscommandan ten op Java rechtstreeks ondergeschikt zouden zijn te stellen aan den Legercommandant. Als grondslag voor de organisatie is aangenomen de vrijwilligers- compagnie van de onderstaande oorlogssamenstelling: 1 kapitein, 2 luitenants, 1 onderluitenant of O.O. instructeur, 3 sectiën a 3 groepen a 19 geweren 171 geweren, 1 s.m. administrateur, 1 fourier, 4 tamboers en hoornblazers, 1 kok, 1 bijkok en, 2 ziekendragers, gevende in totaal: 4 officieren of als zoodanig dd. en 180 overige militairen. De groep krijgt hierbij dezelfde samenstelling als de brigade bij de thans bestaande velcompanieën. Met inbegrip van 10 pCt mobilisatieverlies (1) krijgt de vredes- compagnie dus een sterkte van 4 officieren en rond 200 man. Elk bataljon zal zijn samengesteld uit 3 compagnieën beroepsmi litairen, terwijl de Java-bataljons bij mobilisatie zullen worden verstrekt elk met een Europeesche militiecompagnie van de navol gende oorlogssamenstelling: 4 officieren of als zoodanig dd., waarvan 2 beroeps- en 2 reserve-, c.q. militie-officieren, (1) Qelet op de sedert zoozeer verbeterde hygiënische omstandigheden zijn de ongeveer 12 jaar geleden aangenomen mobilisatieverliescijfers naar mijn oordeel veel te hoog. 755

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 17