3 beroepssergeanten (reserve-sectiecommandanten) en 171 miliciens. Bovendien nog beroepspersoneel: 1 s.m. administrateur, 1 fourier, 4 tamboers en hoornblazers, 2 koks en, 2 ziekendragers. Zoqals kan blijken uit tabel A zullen in het geheel noodig zijn 18)$3 X 4 30 Eur. militiecompagniëen, met eenegezamenlijke sterkte van 30 X 171 =5130 miliciens. Door de bestaande veldbataljons a 4 compagnieën te vervormen tot bataljons van 3 compagnieën komt het vereischte kader be schikbaar voor de encadreering van de militie-afdeelingen. Voor zoover dat kader in vredestijd niet noodig is voor de opleiding van de militie, kan het dienstbaar worden gemaakt aan de voorziening in tijdelijk incompleet wegens ziekte, verlof a. a.: een voordeel, dat door een ieder, die den troependienst kent, zal worden toege juicht. Aan de hand van bovenvermelde gegevens komt men per bataljon op een sterkte aan beroepsmilitairen van: officieren militairen beneden den rang van officier Staf 2 6 3 compagnieën 12 600 beroepspersoneel voor 13 1 militiecompagnie 2 geweermiter. afd. (alleen bij de 15 Java-bataljons) Totaal 16 634 Beroepsmilitairen bij 18 bataljons op Java 288 11412 Beroepspersoneel voor 3 militie bataljons, met inbegrip van de staven, de geweer mitr. afdeelingen en 10 pCt mobilisatieverlies 30 240 totaal infanterie in de Buitenge westen (zie tabel B) 238 103C2 Totaal generaal: 556 21954 756

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 18