oordeel kan uitspreken. Dus met de verschillende bevolkingsgroepen geen bespreking rechtstreeks, doch door intermediair van den Volks raad. Zooals de Regeeringsgemachtigde op een andere plaats in zijn rede terecht opmerkte, liggen tusschen indiening en openbare behandeling van de voorstellen ruim 14 maanden, zoodat de leden tijd en gelegenheid genoeg hadden tot bespreking met de ver schillende groepen der bevolking. In elk geval zouden besprekingen met de belanghebbenden over dienstplicht op de buitengewesten thans voorbarig zijn, want het invoeren van den dienstplicht daar zal nog wel eenigen tijd op zich laten wachten. Komt het zoover, „dan natuurlijk zal het de Reg. bijzonder aangenaam zijn, wanneer zij [[bij de bespreking met het volk zal kunnen beschikken over de .[ervaring en de kennis van personen als deze geachte spreker „(i.c. de Heer Westenenk) er een is." Mij dunkt, Resident Weste nenk, die ondertusschen den Volksraad verlaten heeft, kon hiermede tevreden zijn. In elk geval was het duidelijk, dat de Heer Djajadiningrat niet te rekenen had op uitvoerige besprekingen met de bevolking. Daaren tegen ontving hij de meest uitdrukkelijke verzekering, dat godsdienst en tradities der toekomstige Javaansche lotelingen in alle opzichten geëerbiedigd zouden worden, een verzekering, die eigenlijk overbodig was. Niet alleen was reeds in de memorie van toelichting daaromtrent het noodige toegezegd, maar de Heer Djajadininrat weet toch ook wel, dat zoowel Reg. als Legerbestuur zich steeds beijverd hebben godsdienst en gebruiken van de verschillende bevolkingsgroepen te ontzien. Zeer terecht zeide de Regeeringsgemachtigde: „Traditie en „godsdienst zijn altijd de heilige huisjes geweest, waaraan nimmer „werd getornd. Als er een afwijking in dit opzicht plaats had, dan [[geschiedde dit in den regel niet op bevel, maar door den eigen „wil van den persoon zelf." De woorden van den Heer Bergmeijer over de schadelijke gevol gen van het verblijf in de de kazerne lokten natuurlijk krachtige tegenspraak uit van den Regeeringsgemachtigde. Ook werd de door den Heer Eergmeijer ter sprake gebrachte raad van defensie even aangeroerd (1). De Heer T eeuwen ontving de besliste verzekering, dat het wel in de bedoeling ligt afzonderlijke mitrailleurafdeelingen in het leven 1) Ik heb dit onderwerp afzonderlijk behandeld op blz. 492 e.v. van dezen jaargang. 767

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 29