te roepen, maar dat die in hoofdzaak uit niet-Europeanen zullen worden samengesteld, dit in antwoord op het door hem vermelde en tot wantrouwen stemmende gerucht, dat de Europeesche elemen ten met mitrailleurs bewapend zullen worden. Hoe de Heer Teeuwen aan dat praatje gekomen zou zijn De Heer Kan ontving de mededeeling, dat nader uitgemaakt zal worden, of zijn langgenooten al of niet dienstplichtig zullen zijn. De Heer Cramer kwam in zijn repliek nog eens terug op het gebruik, dat de Indische Reg. van het voorgestelde militieleger zou kunnen maken tot onderdrukking van de bevolking. Hij vond het nogal naif van mij om te zeggen, dat zoo'n weermacht, d.w.z. een uit Indische dienstplichtigen gevormde weermacht, alleen zal willen strijden voor en medewerken tot de vrije ontwikkeling van Indië en zich niet in dienst zal willen stellen van het grootkapitaal. Wat ik werkelijk dienaangaande gezegd heb, staat vermeld op blz. 623 van de Juni=afl. en ik verduidelijkte dit in mijn repliek op 16 Jan. als volgt „Mijnheer de Voorzitter, het is een bekend feit en ook de Heer „Cramer zal dit wel weten, dat van ouds een tegenstelling bestaan „heeft tusschen een huurleger en een dienstplichtleger. Wij hebben „bijv. de oude geschiedenis maar op te slaan om te zien, dat, wan- „neer een alleenheerscher, een zg. tyran, gevallen was, men zich „haastte het trouw aan hem verknochte huurleger, waaraan hij zijn „macht ontleende, te ontbinden en een weermacht op te richten „samengesteld volgens een stelsel van dienstplicht; deze samenstelling „uit een zeker aantal der mannelijke ingezetenen werd en terecht beschouwd als een waarborg tegen misbruik van de weermacht. En „wat zien wij nu hier gebeuren? Een in oorsprong autocratische Regee- „ring gaat er uit eigen beweging toe over het bestaande huurleger „te verminderen met de duidelijk uitgesproken bedoeling het met tertijd geheel af te schaffen en wil het vervangen zien door een „uit landskinderen samengesteld dienstplichtleger, met eigen inheem- „sche officieren en kader. Dit moet toch een bewijs zijn, dat de „Regeering haar macht niet wil laten steunen op een willoos werk tuig, als een huurleger kan 1) worden, maar op het reeds ver kregen vertrouwen, dat zij door het volgen van een vrijzinnige „politiek hoopt te behouden en te versterken. Men moet toch een „zonderling begrip hebben van de mentaliteit der dienstplichtigen, „wanneer men van hen vreest, dat zij door dik en dun zullen me- (1) Gespatiëerd in de Handelingen. 768

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 30