„degaan met een tyranniek bestuur, dat dwars tegen de rechtmatige „wenschen van het volk ingaat. „De Heer Cramer heeft mij gevraagd, of ik dienstweigering wensch. „Mijnheer de Voorzitter, wanneer in deze landen een regeering „mocht optreden, die met alle negatie van de rechtmatige wen schen van het volk en van de teekenen des lijds, van dienstplicht- groepen wil gebruik maken om het volk te onderdrukken, dan „lokt zij dienstweigering uit en dan heeft zij haar verdiende loon. „Maar de Heer Cramer weet even goed als ik, dat de Regeering dien „kant niet op gaat en als ik mij wel herinner, heeft hij bij vele „gelegenheden ik meen oa. bij de algemeene beschouwingen over „de begrooting in het voorjaar van 1919 zijn volle instemming met „vele maatregelen van de Regeering betuigd. Het woord „onder drukken", dat hij in zijn repliek gebruikt heeft, had ik dan ook „niet verwacht." De Heer Dwidjosewojo betoogde ongeveer hetzelfde. Reeds heb ik vermeld, dat de Heer Bergmeijer zijn repliek inzet te met een goed gedocumenteerd en welgeslaagd betoog over de houding van de socialisten gedurende den oorlog. Hetgeen daarop volgde en voor den Regeeringsgemachtigde bestemd was, stond op minder hoog peil en scheen niet vrij van een zekere ontstemming. Was dit te wijten aan het weinig gunstige onthaal, dat de denk beelden van zijn partijgenoot DE Gaay Fotrman over Indië's verde diging bij den Regeeringsgemachtigde gevonden hadden De Heer Bergmeijer beijverde zich om aan te toonen, dat het verschil in mee ning tusschen de Reg. en den tegenwoordigen burgemeester van Bunschoten ging alleen om de vraag militieleger of vrijwilligersleger, en hij verklaarde, dat hij in zijn eerste rede de veel genoemde voor deden van dienstplicht tot de volgens hem juiste afmetingen had willen terugbrengen, „In mijn eerste rede heb ik gezegd, dat ik er „niet tegen ben, indien de militie moet worden ingevoerd. Ik ben geen „principiëeel tegenstander daarvan", getuigde het christelijk-ethische lid thans. Hij klaagde erover, dat de Regeeringsgemachtigde in zijn antwoord eenige door hem genoemde bezwaren over het hoofd gezien had en hij werd bepaald boos, toen de Regeeringsgemachtigde hem bij interruptie antwoordde te hebben gezwegen over zijn bezwaar, dat de militielegers in verschillende landen ernstige gevolgen gehad en het militairisme versterkt zouden hebben, omdat het mededeelingen waren, welke hij Regeeringsgemachtigde, den Heer Bergmeijer persoonlijk verstrekt had. Misschien als represaillemaatregel wees het strijdbare lid toen op de neiging, welke, volgens zijn mee- 769

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 31