„Daar toch wordt uitdrukkelijk gezegd, dat de artillerie in kwestie „wordt „toegewezen" aan „den commandant" van de te onder steunen infanterie." Wat voor kolonel G. v. W. in deze duidelijk, beslist en onmis kenbaar is, komt mij voor te zijn, onduidelijk, niet beslist en vaag. Wanneer toch dat zoo juist genoemde beginsel inderdaad in het V. G. V. B. A. ware aanvaard, wat ware dan eenvoudiger geweest, dan het onder dezelfde duidelijke en besliste woorden op te nemen, als waarin het door den Schrijver wordt aangegeven, in stede van te spreken van „samenwerken", als i. c. het geval is. De militaire nomenclatuur al zou niet dulden, dat er van samenwerken werd gesproken, als bedoeld was „werken onder de bevelen van", noch dat werd voorgeschreven, dat „aanwijzingen" gevolgd moeten worden van den hierachieken chef. Evenmin wordt voor „toewijzen aan" een synoniem gezien van „indeelen bij" en zeker niet, waar eenige regels tevoren wordt gesproken van „verbinding tusschen den commandant der aanvallende troepenafdeeling en het deel der artillerie, hetwelk voor de ondersteuning wordt aangewezen''. Ten deze heeft blijkbaar de wijziging van „volgt de aanwijzingen van den Inf. Comdt. enz." in „volgt de bevelen en aanwijzingen enz." verwarring gesticht. Niemand toch zal willen volhouden, dat vöör dien zelfs sprake was van een lezing der bewuste artikels, als door S. thans aangege ven. Sinds wanneer echter wordt de geest van een tactisch voor schrift gewijzigd door toevoeging van een enkel woord? En dat die geest anders is, dan Kolonel G. v. W. er uit wil lezen, blijkt mi. uit den inhoud van Art 41 (nieuw) le alinea, Art. 54 4e alinea en Art. 57. Ik citeer: Art. 44, iste alinea, „Waar de krachtige ondersteuning van de, tegen verschillende „deelen eener stelling, ingezette aanvallen eene daarmede verband „houdende verdeeling der beschikbare artillerie noodzakelijk maakt, „moet deze dus over die aanvallen, en niet over de beschikbare „troepenmacht, noch over bepaalde terreinstrooken worden verdeeld". Zou hier worden gesproken over „verdeelen van artillerie over de aanvallen", wanneer werd bedoeld, het met de inf. vormen van gevechtsgroepen Art. 54, 4e alinea. „Gedurende den loop van het gevecht houdt de A.C. zich op de „hoogte van de vorderingen der verschillende aanvallen, en wijzigt 774

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 36