2e door rechtstreeksche versterking van het vuur der eigen infanterie. Welke artillerie heeft de A.B. daartoe tot zijne beschikking? In punt 1 van de G.H., wordt een beeld gegeven, van de wijzen, waarop het gevecht in grootere 1) verbanden wordt gevoerd, en van de middelen, welke daarbij den A.B. ten dienste staan. Nu blijkt verder uit het geheele voorschrift, dat de A.B. de man is, die, bijgestaan door den A.C., het gebruik van de artillerie re gelt; waar onder „grootere verbanden" verder wordt verstaan, troepenmachten van grootere sterkte dan de brigade (zie o.a. punt 15), blijkt hieruit, dat de artillerie wordt genomen uit het brigadeverband en gesteld onder eenhoofdige leiding van den A.C. Of dit juist is of niet, wil ik hier in het midden laten; wel kan gezegd worden, dat voorschriften en organisatie niet met elkaar in overeenstemming zijn. De A.B. alzoo en niet de Brig. Comdt. heeft de artillerie in te deelen. De vorming van afzonderlijke gevechtsgroepen in speciale ge vallen, als door den Kolonel G. v. W. genoemd, daargelaten, omdat deze gevechtsgroepen een speciale opdracht, zullen krijgen, kan de A.B., aan de hand van onze voorschriften, zijn artillerie van den aanvang af verdeelen in: a. Infanteriebatterijen, die vanuit een bepaalde, door den A.B. aan gegeven stelling den aanval eener bepaalde infanterieafdeeling moeten steunen. Deze batterijen hebben dus een speciaal aangewezen doel infanterie en steunen direct. b. Contrabatterijen, die vanuit een bepaalde, door den A. B. aangewezen stelling den aanval steunen door bestrijding van vijandelijke artillerie. Zij steunen infanterie alzoo indirect. c. Batterijen met dubbele bestemming, d. i. die of infanterie of artillerie onder vuur zullen moeten nemen, en dus eigenlijk nog geen nadere bestemming hebben, doch die overigens den aan val zullen steunen eveneens vanuit een door den A.B. aange wezen stelling. Met Kolonel G. v. W. ben ik het eens, dat, de aanduiding „met dubbele bestemming" geen zin heeft. d. Batterijen in reserve, hetzij in afwachtingstelling, hetzij irv verzamelstelling. 1) Cursiveering van mij. 776

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 38