Deze rubriek kan verder buiten beschouwing blijven. Bij deze verdeeling der artillerie worden, zie ook punt 44 V. G. V. B. A., laatste alinea, de contrabatterijen niet over de aanval len verdeeld, m. a. w. de commandanten der infanterie-eenheden, die voor de verschillende aanvallen zijn aangewezen, hebben met de bestrijding der vijandelijke artillerie geen bemoeienis. Echter is ook een andere verdeeling mogelijk, waarbij de artillerie zonder verdere aanduiding van bestemming over de ver schillende aanvallen wordt verdeeld (de redactie van punt 44 o. a. laat daartoe vrijheid), om deze vanuit een door den A. B. aangewezen stelling te steunen, zonder meer, waarbij het dan aangewezen is de artillerie, die tot ondersteuning van een bepaalden aanval is aange wezen, voor het geval het organiek verband daarbij is verbroken, te stellen onder commando van den hoogsten of oudst in rang zijn- den artillerieofficier. Deze verdeelt die artillerie in infanterie- en contrabatterijen, daarbij rekening houdende met de behoefte der aanvallende infie-afdee- ling, die zij te steunen heeft, en daarbij volgende „de aanwijzingen en bevelen" van den commandant dier infanterie. Zijn taak is als die van de Afd. Comdten omschreven in punt 55 (nieuw) V. G. V.B. A.; hij beschikt „binnen de grenzen der ont vangen bevelen vrijelijk over de ten dienste staande middelen", hij verzekert een doelmatige vuurregeling, o.a. „door wijziging van de aanvankelijke opdrachten en aanwijzing van nieuwe doelen". Inder daad kan nu door de clausule „aanwijzingen en bevelen" van punt 26 worden gelezen, dat de infanteriecommandant het recht heeft te bevelen, hoeveel artillerie hij wenscht bestemd te hebben voor infanteriebatterijen en hoeveel voor contrabatterijen. Waar echter het woord „bevelen" in punt 26 vroeger niet, doch in punt 55 wèl voorkwam, lijkt deze lezing mij niet de meest juiste en in ieder geval niet de meest gewenschte; met „bevelen" wordt m. i. hier bedoeld de van den A. C. ontvangen bevelen, die in dit geval luidden den aanval van een bepaalde infanterieafdeeling te steunen. De „aanwijzingen en bevelen" door dien infanteriecommandant te verstrekken, behooren zich met betrekking tot de verdeeling der artillerie m. i. te beperken tot het uiten van wenschen, z. n. het geven van opdrachten betreffende de meest gewenschte doelen, het aan den afdeelingscommandant overlatende, hoeveel en welke bat terijen (c. q onderdeden daarvan) hij voor elk dier doelen wenscht te bestemmen. 777

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 39