De ïDisseling Dan bet begercommando. Den 24sten Augustus j.l gaf Generaal van Rietschoten het leger- commando over aan zijn opvolger, Generaal Dijkstra, in de voorhal van het Departement van Oorlog, in tegenwoordigheid van alle aan het departement werkzame officieren en beambten. Zijn Excellentie sprak daarbij de volgende rede uit: „Voor de tweede maal is het tijdstip aangebroken, waarop ik het leger, waartoe ik de eer had gedurende 35 jaren te behooren, ga verlaten en evenals zulks voor 4 jaren het geval was, vervult deze dag mij met gevoelens van zeer gemengden aard. Mocht ik U bij mijn optreden tot bijzondere krachtsinspanning op wekken met het oog op de oproeping van de eerste lichting van de Europeesche militie en de invoering van den dienstplicht voor de niet-Europeanen, welke laatste maatregel toen aanstaande scheen, sedert zijn mijne krachten ontoereikend gebleken om dit denkbeeld binnen korten tijd verwezenlijkt te zien. Toch moet de totstandkoming van dezen maatregel als een on vermijdelijke noodzakelijkheid worden beschouwd, indien althans de tweeledige taak, aan ons leger opgelegd, blijft gehandhaafd. Want ik sprak mij daarover reeds bij herhaling uit, evenals anderen, ter zake niet minder tot oordeelen bevoegd ons leger van de huidige sterkte, samenstelling en uitrusting, bovendien voor tal van voorzie ningen afhankelijk van het buitenland, is allerminst in staat om het tweede deel van zijn taak, het weerstaan van een vreemde macht, welke zich de verovering van deze gewesten of zelfs van een deel daarvan ten doel mocht stellen, met uitzicht op welslagen te aanvaarden. Lijdt het leger ontegenzeggelijk ernstige schaden, doordat eene beslissing omtrent de toekomstige bestemming van de weermacht te land, sedert het beeindigen van den wereldoorlog door ons alleen zoo vurig tegemoet gezien, nog steeds is uitgebleven, nu een tipje van den sluier, welke de toekomst in dit opzicht voor ons bedekt, korteling is opgeheven, is het verschiet wat hoopvoller geworden. 741 1. M. T. 47, 1920

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 3