In ieder geval blijft die infanteriecommandant echter gebonden
aan de door den A. B. aangewezen stelling, terwijl door de ge
vechtsomstandigheden een andere groepeering van alle artillerie
door den A. B. ieder oogenblik mogelijk is en, doordat deze de
stellingen heeft aangewezen, ook gemakkelijker wordt gemaakt.
Een stellen onder de bevelen van den commandant der infanterie-
eenheid en een indeelen bij die infanterie is dit in ieder geval niet.
De A. C. heeft dus in dit geval (de reserve blijft buiten beschou
wing) zijn geheele artillerie verdeeld; zijn taak zal verder zijn door
wijziging der verdeeling in de behoeften van den strijd te voorzien,
terwijl hij in het eerste geval bovendien de bestrijding der vijande
lijke artillerie voor zijn onmiddellijke rekening had genomen.
Aan welke der 2, volgens onze voorschriften mogelijke verdeelingen
moet nu de voorkeur worden gegeven?
Ook dit is „affaire d' art.'' en afhankelijk van de omstandigheden.—
Ik zal de laatste zijn om het V. G. V. B. A. te beschouwen als
een onberispelijk voorschrift; vorm en indeeling zijn zeker voor
verbetering vatbaar, doch het is soepel en bevat althans geen
verouderde denkbeelden.
Ook de wijze, waarop Kolonel G. v. W. zich het gebruik der
artillerie denkt, past er in.
Aan het talent van den aanvoerder zij het om uit te maken, hoe
hij zijn artillerie wil indeelen, verdeelen en gebruiken, doch dat de
steunende artillerie wordt ingedeeld bij en gesteld onder de bevelen
van den commandant der infanterie, die gesteund wordt, staat er
niet in.—
Ch. E. Visser,
Kapitein der Artillerie.
778