Ouerzicht Dan Oederlandsche militaire
Tijdscbriften.
Militaire Spectator, No. 5, Mei 1920.
Kapitein Ontrop vervolgt zijn lezenswaardig overzicht over den
slag aan de Marne.
Een zich X teekenende schrijver stelt eenige verbeteringen voor aan
het in het Nederlandsche leger gebruikelijke hoofddeksel.
Kapitein Schmidt, Leeraar aan de Kon. Mil. Academie, vervolgt
zijn beschouwingen over den aanval en de verdediging door de com
pagnie en het bataljon naar aanleiding van hetgeen de afgeloopen
oorlog geleerd heeft.
In afwijking van de gewoonte om geen afzonderlijk artikel aan
een ter bespreking gezonden boek te wijden volgt een overzicht
van den inhoud van een vertaling van Fr. Paulhan's Les Men-
songes du Caractère. De schrijver van het overzicht, die zich H. C.
R. teekent, begroet en, naar het mij voorkomt terecht, met groote
ingenomenheid deze, onder leiding van den zenuwarts Dr. H. VAN
den Hoeven Jr. bewerkte vertaling. Hij vereenigt zich geheel met
hetgeen DR. van der Hoeven in zijn inleiding zegt: „Ik wensch
dit boek in handen van ieder, die verantwoordelijkheid tegenover
anderen draagt en o. a. vooral van vele militairen met Comman
dant achter hun naam.'' Inderdaad zal bestudeering en overdenking
van hetgeen het boek biedt, van groot nut blijken voor hen, die
bij de tallooze onderzoeken maar al te dikwijls met het spreken
van onwaarheid te kampen hebben.
Majoor Webb geeft aan, hoe in Nederland nog meer door wijzi
ging van de vredesorganisatie bezuinigd worden kan.
Vervolgens de gewone rubrieken
Militaire Spectator, No. 6 Juni 1920.
Kapitein Ontrop besluit zijn studie over den slag aan de Marne.
Kapitein Scharroo behandelt de taak van de technische troepen
in den modernen oorlog.
Een artikel van Majoor Bruyn, getiteld „Nogmaals de baantjes
en de zesmaandsche oefeningstijd", bepleit uitbreiding van de taak
der z. g. administratietroepen om het aantal vechtsoldaten niet te
klein te doen worden.
Kapitein Brouwer bespreekt de vuurleiding eener moderne zware
kustbatterij, waarvoor hij afstandmeting met groote horizontale
basis noodig acht.
Kapitein Schmidt vervolgt zijn beschouwingen over den aanval
en de verdediging door de compagnie en het bataljon.
Vervolgens de gewone rubrieken.
785