Mavors, No. 3, April 1920.
Kapitein Linden behandelt den vrijwilligen landstorm met de
bedoeling het vele, omtrent deze instelling heerschende misverstand
uit den weg te ruimen.
Kapitein Jhr. Alting von Geusau geeft een bijdrage over mijnen-
werpers
Eerste Luitenant-Adjudant van Baak geeft aan de hand van een
Oostenrijksch werkje eenige voorbeelden tot opleiding van den
sectiecommandant bij het gesloten exerceeren en eenige opdrachten
voor de sectie in het gevecht, ook voor de kaderopleiding bij onze
infanterie van belang.
Eerste Luitenant Wilson levert een bijdrage over een hoogspan
ningsluchtnet voor Nederland. De aanleiding tot het schrijven van
dit stuk was een verzoek van de Redactie van Mavors om een
beknopt overzicht over een deel eener brochure van de Vereeniging
van Directeuren van Electricitietsbedrijven, handelende over de
eischen, die de landsverdediging aan het hoogspanningsluchtnet en
zijn voeding stelt Uit de inleiding van het opstel van den Heer
Wilson neem ik het volgende over:
„Ten einde de eischen, die onze defensiebelangen aan het net
„stellen, goed te kunnen overzien, werden aan de commissie, die de
„brochure samenstelde, een tweetal officieren toegevoegd t.w. de
„toenmalige Luit. Kolonel van den generalen staf P. Huizer en de
„Kapitein der genie C.W. van Dooden
„In de zeer lezenswaardige „Algemeene Beschouwingen" wordt
„nadrukkelijk gewezen op het groote belang van een goede electri-
„citeitsvoorziening voor de verdediging des lands. Men denke aan
„het grootere aanpassingsvermogen van fabrieken ten opzichte van
„oorlogsleverantiën, de grootere zèkerheid, dat inundatiën kunnen
„worden gesteld (electrische hulpgemalen), de mogelijkheid om in
„den positieoorlog snel reparatiewerkplaatsen in te richten en te
„zorgen voor verlichtingen, bemaling van loopgravenstelsels, enz.
„De ligging van het voor die voorziening benoodigde net dient
„dan evenwel ten volle in overeenstemming te zijn met de wijze,
„waarop het land wordt verdedigd. Men dient dus alle mogelijke
„oorlogsgevallen onder de oogen te zien en moet voor elk geval
„nagaan, welke netgedeelten eventueel in 's vijands handen kun-
„nen vallen."
Voor de Bandoengsche hoogvlakte, waar tal van militaire inrich
tingen aanwezig zijn en in de naaste toekomst zullen verrijzen, is
bestudeering van het door den Heer Wilson behandelde onderwerp
van groote waarde.
Kapitein Boets bespreekt de hooge moreele, lichamelijke en mi
litaire eigenschappen, waaraan stormtroepen moeten voldoen.
Eerste-Luitenant Eldermans vervolgt zijn bijdrage over het gebruik
van telefoonmateriëel bij de infanterie
Uit een slotmededeeling blijkt, dat het Nederlandsche Leger over
een eerbiedwekkend aantal soorten van handgranaten beschikt.
786