Artilleristisch Tijdschrift, No. 5, Mei 1920. D.J.D.J. behandelt twee ballistische vraagstukken, n. 1.welke eisch moet ten aanzien van het aantal en het aantal worden gesteld bij een groep van 6 schoten om een goeden grondslag te hebben voor het groepschieten Is het noodig 3 en 3 schoten te hebben?, waarop het antwoord luidt, dat er geen reden is om niet evenzeer op een groep 2 en 4 als op een groep 3 en 3 door te schieten, en 2, welke is de invloed van het aantal schoten bij het groepschieten? waarop het antwoord luidt, dat het weinig nut heeft de groep meer dan 6, hoogstens 8 schoten te doen tellen. Majoor van Dam van Isselt bespreekt de doorbreking der Rus sen bij Brzeziny door de Duitschers in Nov. 1914. Kapitein Oudendijk behandelt aanval en verdediging van Antwer pen in 1914. Na eenige mededeelingen over den niet zeer fraaien toestand, waarin de Fransche zware artillerie in het begin van den oorlog in 1914 verkeerde, geeft Kapitein Roldanus een beschrijving van den nieuwen Franschen zwaren veldhouwitser, bekend onder den naam „canon de 155 court M. 1917 Schneider". Deze vuurmond is ingericht voor paardentrekkracht. Ten slotte boekbespreking en overzicht van tijdschriften. Artilleristisch Tijdschrift, No. 6, Juni 1920 Luitenant-Kolonel Bomert geeft een belangrijke studie over spreiding en trefkans, mede in verband met het beschieten van kleine doelen, hetgeen in den jongsten stellingoorlog zoo dikwijls voorkwam. Kapitein Roldanus besluit zijn in de Mei-afl. aangevangen be schrijving van den nieuwen Franschen zwaren veldhouwitser. Kapitein Oudendijk wijst in „Iets over benamingen en beschrij ving van artillerie-materiëel'' op hinderlijke stelselloosheid bij het vaststellen van namen en het samenstellen van beschrijvingen van het Nederlandsche artillerie-materieel. Ten slotte boekbespreking en overzicht van tijdschriften. Artilleristisch Tijdschrift, No. 7, Julil 920. Majoor van Dam van Isselt geeft een beschrijving van enkele artilleristische oefeningen, welke hij gedurende den mobilisatietijd heeft laten houden. Ik kan dit artikel zeer in de aandacht van artil leristen aanbevelen. Teekenend is, dat Schr, het houden van oefe ningen als onze St. O. Vg. A. G. bepleit. Kapitein Jhr. Quarles van Ufford gaat na, hoede verschillende moeilijkheden te overwinnen, geschapen door de verkorting van den eerste-oefeningstijd der Nederlandsche bereden artillerie van twee tot één jaar. Hij bepaalt zich daarbij tot het hippische gedeelte der opleiding. 788

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 50