militairen, die in de kampementen aanwezig zijn, onverschillig of zij wettige, gewettigde of natuurlijke kinderen zijn. bestaan bij het leger onder meer de volgende bepalingen: a. de korps(detachements)-commandanten doen toezicht uitoefe nen op het onderwijs van de mannelijke kinderen der militairen, die tot hun korps (detachement) behooren; b zij zorgen, voor zooveel in hun vermogen is, dat, waar daartoe gelegenheid bestaat, die kinderen behoorlijk onderwijs genieten; c. dit onderwijs kan worden gegeven op de openbare lagere Eu- ropeesche scholen, op de te Magelang, Koeta-Radja, Tjimahi, Djokjakarta, Makassar en Meester-Cornelis gevestigde zooge naamde Ambonsche scholen, op de openbare lagere Hollandsch- Inlandsche of Inlandsche scholen, dan wel óp bestaande parti culiere scholen: d. waar geen of geen voldoende gelegenheid bestaat, om van het onderwijs op de onder c genoemde scholen partij te trekj^n, moeten de kinderen zooveel mogelijk in staat worden gesteld, om het onderwijs op de zoogenaamde korpsscholen bij te wonen; e zijn geen korpsscholen aanwezig, dan dienen maatregelen te worden genomen, opdat de daarvoor in de termen vallende kin deren op andere wijze eenig onderwijs genieten; f. het onderwijs mag in geen geval verplichtend worden gesteld; de korps(detachements)-commandanten zijn evenwel gehouden, om op het groote nut daarvan te wijzen en hunne bijzondere aandacht aan deze aangelegenheid te schenken: g bij het bevelen van overplaatsingen wordt, voorzoover zulks met den dienst vereenigbaar is, rekening gehouden met de on- derwijsbelangen der kinderen van de betrokken militairen. Het overgroote deel der kinderen van de Inlandsche militairen volgt de onder d hiervoren bedoelde korpsscholen. Deze scholen kunnen natuurlijk, wat het onderwijs betreft, niet vergeleken worden met de gouvernements- of particuliere scholen, al was het alleen maar, omdat het onderwijs in handen is van weliswaar met zorg ge kozen, doch niettemin als leerkracht onbevoegd blijvende onderof ficieren en korporaals. De korpsscholen moeten dan ook meer als noodhulp worden beschouwd. Slechts een klein gedeelte der voor het ontvangen van onderwijs in aanmerking komende kinderen bezoekt de in de verschillende garnizoenen aanwezige gouvernementsscholen. Aangezien op deze scholen bij voortduring een groot plaatsgebrek is, kan onmogelijk worden voldaan aan de vele aanvragen om toelating, zoodat door vele kinderen met het onderwijs op de korpsscholen genoegen moet worden genomen. Ook de hiervoren bedoelde Ambonsche scholen voorzien in den laatsten tijd niet meer in de behoefte. Om hieraan eenigermate tegemoet te komen, werd door de Regeering de oprichting van par ticuliere namiddagcursussen door toekenning van geldelijke pnper~ steuning zooveel mogelijk bevorderd. Zoo werden vanwege het „Am- bonsch studiefonds" met gouvernementssteun in garnizoenen als Malang, Salatiga, Ambarawa, enz. dergelijke namiddagleergangen 801

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 63