opgericht, terwijl de oprichting van nog meer dergelijke leergangen aanstaande is. Aan deze cursussen is het nadeel verbonden, dat de kinderen in de ochtenduren doelloos rondloopen hieraan komen de militaire chefs in sommige garnizoenen met vrucht tegemoet door de onderwijzers der korpsscholen beschikbaar te stellen, om des morgens in die scholen surveillance uit te oefenen op het maken van het voor de middaguren bestemde schoolwerk. Niet alleen echter onder de Amboineesche en Menadoneesche, doch ook onder de Inlandsche militairen neemt de drang naar onder wijs voor hunne, kinderen hand over hand toe. In de maand De cember van het vorige jaar bracht het volksraadslid Sastrowidjono de regeling van het onderwijs aan kinderen van Inlandsche militai ren bij den legercommandant ter sprake. Deze aangelegenheid is op het oogenblik nog bij het legerbestuur in behandeling. Ier zake wordt door de afdeelings-commandanten op Java overleg gepleegd met de betrokken inspecteurs van onderwijs. Het ligt in de bedoe ling van den legercommandant voorstellen te doen, om in de daar voor in aanmerking komende garnizoenen voor de kinderen van de niet-Europeesche militairen, die geen onderwijs kunnen erlangen op eene gouvernementsschool, afzonderlijke scholen op te richten. Het vraagstuk der voorziening in de onderwijsbehoeften der solda- tenkinderen heeft overigens de voortdurende en ernstige aandacht zoowel van de Regeering als van het departement van onderwijs en het legerbestuur. Dat aan die onderwijsbehoeften tot nu toe slechts gedeeltelijk kon worden voldaan, is te wijten aan het nijpend ge brekzoowel aan Inlandsch als aan Europeesch onderwijzend personeel. 25. Tewerkstelling van officieren op ministerie. Over de be antwoording van de vraag aangaande onderafdeeling 97 van het eerste hoofdstuk zullen nadere inlichtingen worden ingewonnen bij den Minister van Koloniën. 26 Lijkbezorging van Inlandsche militairen In aansluiting aan de toezegging, gedaan in de Memorie van Antwoord op het af delingsverslag van den Volksraad inzake de ontwerp-begrooting voor 1920 (le gewone zitting 1919) bijlagen, stuk 34(y') bladzijden 12 in 13, zijn in het midden van het vorig jaar nieuwe voorschrif ten uitgevaardigd in zake het houden van sectie op lijken. Volgens die voorschriften behoort elke niet beslist noodzakelijke lijkopening te worden nagelaten, ook dan, wanneer de nabestaan den niet bekend of niet ter plaatse aanwezig zijn. Zijn deze na bestaanden wel bekend en ter plaatse aanwezig, dan wordt boven dien geen sectie verricht, wanneer zij daarvoor niet uitdrukkelijk toestemming hebben verleend. Het verrichten van sectie op de in een hospitaal overledenen geschiedt bij voorkeur door den officier van gezondheid, die den lijder behandeld heeft; deze sectie geschiedt na overleg met den chef van het hospitaal, zoodat hieromtrent door ten minste twee artsen wordt beslist. In kleine garnizoenen, waar slechts één officier van gezondheid aanwezig is, behoort deze uiteraard alleen omtrent de noodzakelijkheid van lijkopening te beslissen. Ingevolge de voorschriften betreffende de militaire begrafenissen 802

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 64