Onderafdeeling 906. Vrijwillige verbintenis van Nederlandsche jongelieden. Een gelijksoortige regeling is voor Indische jongelieden niet noodig, aangezien op grond van de militiewet (artikelen 21 en 33) vrijstelling van den dienst bij de militie wordt verleend aan hem, die zijne woonplaats hier te lande heeft, en aan hem, van wien op redelijke gronden te verwachten is, dat hij zijne woon plaats alhier zal hebben. Onderafdeeling 915. Materiaal. De hooge raming van dezen zeer wisselvalligen post is eendeels toe te schrijven aan meerdere be hoeften in verband met nieuwe maatregelen, vindt haar oorzaak ook in hoogere aanvragen als gevolg van de aan de tijdsomstan digheden der laatste jaren te wijten gebrekkige aanvullingen der voorraden, doch i< grootendeels ontstaan door de algemeene groote stijging der eenheidsprijzen, zooals voor grijsgroen katoen 120 pCt., ongebleekt katoen 3Ó0pCt., keperstof 175pCt., volkspijs 80pCt. enz. De aangevraagde som laat zich specificeeren als volgt: wapening, munitie, enz4 °45 0C0 bouwmaterialen, enzcnn onn geneesmiddelen, enz500 OOU kleeding- en uitrustingstukken, enz. ^y^uuuo benoodigheden voor den topografischen dienst260 000 Te zamen8 851 000 Ten behoeve van andere departementen werd 400 000 meer geraamd. De bij de firma Krupp aangekochte machines voor het persen van stalen granaten en stalen granaatkartetsbussen werden uit Ne derland uitgezonden op verzoek van de Indische Regeering. Deze machines zijn hier te lande bruikbaar en zijn ook van nut, omdat zij het mogelijk maken het meerendeel van de voor het leger benoodigde geschutmunitie in Indië zelf te vervaardigen. Uitgaven in Indië. Hoofdstuk II der uitgaven. Onderafdeeling 901. Bezoldigingen, toelagen, loonen, werkgel den enz. De behoefte aan een secretaris-generaal bij het departe ment van oorlog wordt ook op dit oogenblik niet minder gevoeld, dan toen het voorstel tot invoering van dat ambt werd gedaan. Evenwel wordt het voordeel, verbonden aan de aanstelling van een burger in dat ambt, zoo gering geacht, dat daarom de op de aanvullende begrooting voor 1920 gebrachte en bij de behandeling daarvan teruggenomen post niet opnieuw wordt voorgebracht. 'Zoolang nl. het legercommando en het beheer van het departement van oorlog in één hand zijn gelegd en de organisatie van het departement van oorlog dienovereenkomstig is ingericht, is splitsing van den zuiver departementalen en den overigen arbeid zeer be zwaarlijk door te voeren. In elk geval niet in die mate, dat het 807

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 69