militairen. Bijdragen worden geschonken aan
le. de militaire tehuizen te Weltevreden, Meester-Cornelis, Buiten
zorg en Tjimahi van den Christelijken militairen bond voor
Oost- en West-lndie;
2e, het militair tehuis te Weltevreden van de afdeeling Batavia
van den Katholiek Socialen bond;
3e. het militair tehuis van de Roomsch-Katholieke militaire vereeni-
ging „St. Michael";
4e. het militair tehuis te Bandoeng van de Protestantsche vereeni-
ging tot oprichting en instandhouding van een Christelijk tehuis
voor militaren te riandoeng;
5e. het militair tehuis te Ambarawa van de vereenieine Vreest
God, eert den Koning";
6e. het militair tehuis te Salatiga;
7e. het militair tehuis te Magelang van J. van der Steur;
8e. de militaire tehuizen te Weltevreden, Bandoeng, Malang, Soera-
baja, Soerakarta, Ambarawa en Djokjakarta van het Leger des
Heils; en
9e. de neutrale militaire tehuizen te Tjimahi, Soerakarta en Malang.
Het uitgetrokken bedrag is gegrond op de behoefte in gewone
omstandigheden, doch zal een volgend jaar in overeenstemming
worden gebracht met de uitkomsten over de laatste jaren.
De meening, als zouden de vereenigingen, aan wie geldelijke steun
wordt verleend, zich alleen het lot van de Europeesche soldaten
aantrekken, is onjuist.
Oorspronkelijk werd slechts geldelijke steun verleend aan de door
die vereenigingen in stand gehouden militaire tehuizen ten behoeve
van Europeesche militairen, omdat aan dergelijke instellingen voor
Inlandsche militairen geen dringende behoefte bestond.
Dit standpunt is sedert 1917 verlaten; sedert zijn de door de
Regeering gesteunde militaire tehuizen toegankelijk voor militairen
van alle landaarden.
Onderafdeeling 936. Levensmiddelen, De kostprijs van de voeding
per man en per dag kan wel als gemiddelde worden opgegeven
doch een dergelijke opgave heeft weinig waarde.
De uitgaven voor de voeding zijn in de onderscheidene deelen
van Nederlandsch-Indië elk jaar zeer verschillend als gevolg van de
zeer uiteenloopende markt- of contractprijzen. Ook bestaat onder
scheid tusschen de voeding van de Europeanen, Ambonneezen van
de overige inheemsche troepen, terwijl ook de inrichting van de
menages van de Europeesche onderofficieren van die der overige
Europeesche en Inlandsche militairen verschilt.
In verband met een en ander kan worden medegedeeld, dat voor
het jaar 1920 voor de verschillende militaire afdeelingen op Java
en voor de buitengewesten de kosten voor de voeding per man en
per dag gelijk zijn te stellen aan de bedragen vermeld in de 2e, 3e,
4e en 5e rubriek van de bijlage behoorende bij de algemeene order
voor het Indisch leger 1>19 No. 152, waarbij nog moet worden
gevoegd de kosten voor bereiding, servies enz. voor de menage
voerenden. De in evengenoemde bijlage genoemde bedragen zijn
810