voor de militie zelf; de omschrijving van den post is minder juist. In den vervolge zullen deze uitgaven worden opgebracht bij de posten, waar zij thuis behooren, terwijl de omschrijving zal luiden „Uitgaven voor de militie en den landstorm, voor zooveel zij niet vallen onder andere begrootingsposten". Onderafdeeling 959. Vliegkamp bij Bandoeng. Tot nu toe werd in de begrooting nog niets over de nadere plannen omtrent den vliegdienst medegedeeld, omdat de uitwerking daarvan nog niet geheel is voltooid. In den loop van dit jaar zullen echter de organisatie van en de plannen omtrent den vliegdienst bij de Regeering worden voorge bracht, waarna de Volksraad ter zake omstandig zal worden ingelicht. Onderafdeeling 961G Herziening van de loonen der keuken- en stalkoelies. Keuken- en stalkoelies verrichten gewoon eenvoudig werk, waarvoor elke koelie bruikbaar is. Het in de toelichting be doeld burgerlijk personeel bij de militaire hospitalen daarentegen verricht werkzaamheden op de ziekenzalen, welke nauw verband houden met den verplegingsdienst; eenige bevattelijkheid wordt geëischt en bovendien moeten aan zindelijkheid van hun kleeding hooger eischen worden gesteld, dan voor keuken- en stalkoelies noo- dig is. Onderafdeeling 961H. Hervorming van de afdeeling dienstplicht en reservepersoneel. De sterkte van den landstorm op Java en Ma- doera bedroeg in het midden van 1919 12754 man, w. o. 9150 on- geoefenden, en zal vermoedelijk bedragen, op 1 Juli 1926, 18400 man, w. o. 12300 ongeoefenden en op 1 Juli 1931, 22400 man, w. o. 10600 ongeoefenden. Het ligt in de bedoeling, van de geoefenden op Java en Madoera te vormen 73 afdeelingen, waarvan de sterkte afhankelijk van het aantal landstormplichtigen in de bestuursafdeelingen afwis selt van 1 brigade (in maximum 25 man) tot 1 bataljon (in maxi mum 800 man). Administratief zullen de landstormafdeelingen wor den samengevoegd tot 2 regimenten, 1 half regiment, 3 bataljons en 6 compagnieën. Ten behoeve van den landstorm is in onderafdeeling 961H het navolgende personeel uitgetrokken: a. bij de onderafdeeling landstorm van de afdeeling dienstplicht en reserve-personeel, 1 majoor of luitenant-kolonel en 2 kapiteins, b. voor de inspectiën Oost- en West-Java elk 1 luitenant-kolonel en 2 kapiteins. Het overige in de onderafdeeling 961H vermeld personeel heeft de navolgende bestemming: 1 kolonel, aan wien één kapitein-adjudant toegevoegd, inspecteur van het dienstplicht- en reservepersoneel, 1 majoor- of luitenant-kolonel en 2 kapiteins voor de onderaf deeling militie en reservepersoneel van de afdeeling dienstplicht en reservepersoneel, 4 militaire schrijvers voor de afdeeling dienstplicht- en reserve personeel. Volledigheidshalve zij nog aangeteekend, dat na toepasselijk ver- 812

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 74