De Positie Dan den Officier der In
fanterie in Derband met de Orga
nisatie Dan dat Wapen,
Zooals bekend, onderscheidt de formatie van het Indische leger
twee soorten infanterie, n.l. veIdinfanterie en garnizoen s-
infanterie.
De benaming garnizoensinfanterie voert ons in gedach
ten terug naar den tijd van het vermaarde postenstelsel, dat bijkans
een eeuw lang de organisatie van het Indische leger heeft beheerscht;
naar den tijd, dat een belangrijk deel van de infanterie in de Bui
tengewesten was geïmmobiliseerd binnen versterkingen, met geen
andere taak dan achter steenen of aarden wallen, dan wel achter
houten palissadeeringen, behoorlijk omgeven door versperringen,
den vijand den inlandschen wel te verstaanaf te
wachten. Slechts aan een naar verhouding klein deel van de
binnen eenig gewest gelegerde troepen was het beschoren den vijand
in het open veld te weerstaan. Dat deel werd, in karakteristieke
tegenstelling met de overige immobiele troepen in het gewest, de
mobiele colonne genoemd. Deze colonnes waren van de meest uit-
eenloopende sterkte en samenstelling. Hare tactische waarde werd
uitgedrukt in het aantal bajonetten, dat zij telde.
Elk buitengewest had aldus zijn eigen onsamenhangende troepen
macht aan infanterie, waarvan de werkings-sfeer zich niet verder
uitstrekte dan de grenzen er. waarvan de sterkte en samenstelling zich
uitsluitend regelden naar de behoeften van het gewest. Zulk een
gewestelijke troepenmacht, aan het hoofd waarvan als regel een
hoofdofficier was geplaatst met den rang van majoor of luitenant
kolonel, vormde een administratief geheel en als zoodanig een af
zonderlijk deel in de legerformatie,
Eischten de belangen van het gewest blijvende versterking van
die troepenmacht, dan wel gedoogden de politieke toestanden blij
vende vermindering der troepensterkte, dan bracht zulks automatisch
wijziging in de formatie van het leger mede. Vandaar dan ook de
soms geweldige schommelingen in de formatiesterkte van het offi
cierskorps der infanterie, waarvan dat korps als regel groote nadee-
745